WEBLOG
De avonturen van professor Soete  

November 2008: Obama en change

Het was verwacht, de voorspellingen waren overduidelijk maar toch bleef de vrees groot dat Obama het uiteindelijk niet zou halen. De vreugde was dan ook des te groter afgelopen woensdagmorgen (5 november 2008) toen duidelijk werd dat Barack Obama alsnog de 44ste president van de Verenigde Staten zou worden. Dit is nu het leuke van al meer dan tien jaar lang maandelijkse opiniestukjes te mogen schrijven voor mijn lokale krant Dagblad De Limburger. Je kan zo terugkijken naar wat je acht jaar geleden schreef over de toenmalige Amerikaanse verkiezingen. Misschien het beste aan mijn bijdrage toen was de introductie: Ja, U moet het mij vergeven maar met het ouder worden, krijg ik de neiging te citeren uit oudere bijdragen al was het maar om ze voor mezelf in herinnering te brengen Noem het Althzeimer.narcissisme. Een kort citaat uit mijn bijdrage van 9 november 2000:
“Ik vroeg mij altijd af waarom een popgroep zich ooit “the presidents of the USA” genoemd had. Voor de popkenners onder U, hun grootste hit van enkele jaren geleden was “peaches”, met de overgetelijke lijn: “millions of peaches, peaches for me”... Sinds de Amerikaanse verkiezingen van dinsdagnacht heb ik het eindelijk door. Neen, niet over die peaches, wel over “the presidents of the USA”. In de USA kan immers alles. Je kunt er op overledenen stemmen zoals de gouverneur in Missouri en, op bepaalde momenten, en afhangende van de tijd dat je naar de TV zenders kijkt, blijken er ook verschillende presidenten te zijn. Ik veronderstel dat de kranten er ook in Nederland vol van staan maar nog even voor alle duidelijkheid. Er is nu, één: de dienstdoende president, ons aller geliefde Bill Clinton druk bezig met Arafat en Barak. Twee, er is, na de hertelling in Florida, een president elect “George dubbel you” Bush die nu voldoende kiesmannen achter zich heeft, en drie: er is Al Gore president van de “popular vote”. Het doet een beetje denken aan het Britse koningshuis toen prinses Diana noch leefde. Er is de koningin moeder die de bevolking met weemoed doet terugdenken aan het oude Britse imperium, de koningin elect die er veelal “not amused” bijloopt en de “people’s princess” die de harten van Elton John en vele andere fans in vervoering bracht.”

Maar voor de rest was het acht jaar geleden een bijzonder droevige gebeurtenis. Ik zat toen met Bob Solow in Parijs de ongelooflijke politieke soap met de vele hertellingen tot diep in de nacht dagen achter elkaar met verbijstering te bekijken tot uiteindelijk Al Gore de handschoen in de ring gooide. Te vroeg zoals later bleek. We waren beiden diep geschokt: hoe konden kiezers zomaar acht jaar historisch ongeëvenaard Amerikaans economisch succes wegstemmen voor iemand als Bush die een economisch rampenscenario voorstelde? Hoe kon ik hem straks nog serieus nemen als ingezetene van een land dat op Bush stemde, vroeg Solow me op de man af. In een moment van gemeenschappelijk troostzoeken, beloofde ik hem nooit meer een voet op Amerikaanse bodem te zetten zolang Bush er nog president was... Het werden acht lange jaren maar afgezien van die ene keer, heb ik stand gehouden en alle uitnodigingen voor conferenties en vergaderingen in de VS sinds 2000 systematisch naast me neergelegd. Mijn Amerikaanse vrienden vonden het buitengewoon egoïstisch en unfair. Maar echt zwaar viel het me niet, integendeel. Je gaat wat meer naar vergaderingen en conferenties in Europa en andere werelddelen en ontmoet dan daar je Amerikaanse collega’s en vrienden. Zo zat ik ook al die jaren niet opgescheept met de toenemende Amerikaanse beveiligingsgekte in vliegtuigen en Amerikaanse luchthavens (zie onder meer deze bijdrage uit 2006). Kortom, ik denk dat ik die acht jaar dankzij mijn self-inflicted US embargo ook nog een veel efficiëntere conferentie kwalitijd heb gekend dan de meeste van mijn collega’s. Maar je verliest natuurlijk wel contact: de VS, ook al heb ik er een jaar gewoond, ken ik nog amper; met nieuwe Amerikaanse onderzoekers heb ik amper nog contact. Ik heb dus zelf een hoge prijs betaald voor mijn anti-Bush gedrag. Maar de totale verachting onder economen van Bush was toen al enorm en is over de jaren slechts toegenomen. Het laatste jaar begon ik zelfs medelijden te krijgen met de arme man. Herinner U één van Bush’s meest beroemde one liners: “If we don't succeed, we run the risk of failure". Dat lijkt nu inderdaad perfect te kloppen: Bush’s achtjarig presidentschap zal de geschiedenis in gaan als dat van een aanschakeling van dramatische failures.

Terugblikkend kan men stellen dat het economie mirakelmodel van Clinton uit een uniek partnership bestond tussen de Clinton administratie en de voorzitter van de Amerikaanse Centrale Bank, Alan Greenspan. Clinton zou dankzij een restrictief fiscaal beleid er voor zorgen dat het enorme begrotingstekort omgebouwd zou worden in een begrotingsoverschot dat aangewend zou worden voor de aflossing van de staatschuld. Greenspan’s Fed kon zo een laks monetair beleid voeren zodat de private sector gemakkelijk aan bijkomende financiële middelen kon, wat zijn uitwerking op groei niet miste. Het Bush beleid, eerst van belastingsverlaging en begrotingstekorten, daarna van de minder begoede Amerikanen de mogelijkheid te bieden om met krediet mee te profiteren van de Amerikaanse droom, druiste daar volledig tegen. En Greenspan durfde na het langzaam leeglopen van de Internet bubble in 2001, de geldkraan niet dicht te draaien. 

Zo werd een echte financiële bubble gecreëerd met internationale consequenties die hun weerga niet kenden en waarvan we vandaag met zijn allen de volle prijs betalen. In Amerika, Europa en wereldwijd, met weinig zicht op enig beterschap. Naarmate nu ook bedrijven uit de reële economie de vraag naar hun producten zien wegvallen en hun winsten verdampen, worden ook de groeiverwachtingen steeds verder naar omlaag bijgesteld. De echte klap wordt verwacht tijdens het eerste kwartaal van volgend jaar wanneer de tijdelijke voordelen van de eindejaarshausse weggesmolten zijn en de naakte economische waarheid volledig zichtbaar wordt. Zoals Steve Stevaert, der West Limburgse gouverneur het op zijn unieke manier van oneliners weet te stellen naar aanleiding van de crisis: “in Amerika probeerde men het kapitalisme voor de armen, in Europa het socialisme voor de rijken”.

Aan Obama om het nu allemaal op te lossen. Ik heb er geen flauw idee van, en met mij de meeste andere economen, hoe hij denkt dit op korte termijn te zullen doen. Dit jaar sloeg ik de Amerikaanse verkiezingen toevallig gaande vanuit Moskou. Optimisme over Obama’s verkiezing viel daar zeker niet te bespeuren. Ik zat heel alleen met mijn kortstondige vreugde om Obama’s succes. Mijn Russische collega in reactie op mijn hoge verwachtingen omtrent Obama’s pleidooi voor “change”, verwees me naar een Chinees gezegde, dat ik U hier niet wil onthouden: “Ambitious the man who has the courage to change the things he can; bright the man who has the serenity to accept the things he cannot change; and wise the man who knows the difference.” Te hopen valt dat Obama niet al te wijs is, er valt immers zoveel te veranderen...

Zelf ben ik het meest benieuwd naar welk continent de nieuwe president van de Verenigde Staten als eerste zal aandoen. Als Barack Obama zijn belofte van “change” echt wil nakomen, dan zou Afrika als eerste buitenlandse bestemming van een nieuw benoemde Amerikaanse president een echte verandering inhouden. Het zou ook, gezien Obama’s Keniaanse (ik had bijna Keynesiaanse geschreven) achtergrond, ongetwijfeld ook op begrip kunnen rekenen van de traditionele buitenlandse partners van de VS die de laatste dagen het Obama team ongetwijfeld plat gebeld hebben met uitnodigingen om toch zo snel mogelijk en als eerste buitenland langs te komen. En het zou ook een enorme opsteker zijn voor Afrika: het continent waar “change” en  “yes, we can” wellicht met het meeste enthousiasme verwelkomd zullen worden.

Luc Soete
7 november 2008

 

blog archief