WEBLOG
De avonturen van professor Soete  

 

Augustus 2008: Brood en spelen

Toevalllig bracht ik het grootste deel van de Olympische Spelen die deze maand in Beijing plaatsvonden door in India. Niet bepaald het land waar de Olympische koorts het scherpst aangevoeld kon worden. Het hoogtepunt voor India was woensdag 20 augustus toen, naast de in de eerste week behaalde gouden medaille in schieten met 10 meter luchtgeweer (Abhinav Bindra), er niet alleen een (gedeelde) bronzen medaille gewonnen werd in het worstelen vrije stijl onder de 66kg (Sushil Kumar), maar ook nog duidelijk werd dat in het boksen middengewicht 75kg, door het winnen van de kwartfinale (Vijender Kumar), nog een bronzen medaille zou binnen gehaald worden. De speaker op het Indische sportkanaal was in de wolken en kon er niet genoeg van krijgen. Elk uur weer werd het fantastische nieuws herhaald. India had haar landrecord van Helsinki uit 1952 gebroken. En toegegeven, voor een Belg was het wellicht de beste plek ter wereld om de Olympische Spelen gade te slaan. Volgens de Belgische krant Het Laatste Nieuws was België die donderdag 21 augustus "de grootste beschaafde sportnatie zonder medaille", het Nederlandse DAG kon er zelf niet aan weerstaan een foto op de voorpagina af te drukken met als titel "Op naar de nul medailles voor België" (VR.DAG22.08) (foto)... Zo kon ik elke dag weer allen maar sympathie hebben met de Indische athleten en sportcommentatoren.

 

De dag nog voor het nieuwe wereldrecord in India's sporthistorie, had ik de Indische verspringster, Anju Bobby George, troosteloos ten onder zien gaan in haar drie pogingen om met een correcte aftrap haar olympisch kunnen ten toon te spreiden. Mijn Indische collega kende haar goed, zij was de vrouw van een vriend maar had mij aangegeven dat ook al was ze reeds van een zekere leeftijd (31), zij toch nog veelbelovend zou zijn voor een medaille. Niet dus. Eén geldige sprong zat er niet in. Jaren van training, een dure reis naar Beijing, een lang verblijf in het Olympisch dorp maar op het moment suprème uiteindelijk geen enkele geldige sprong. Ik veronderstel trouwens dat dit hoe dan ook beter is dan een zwakke sprong. Zoals Anju zelf aangaf, ze had bij de tweede sprong last gekregen van haar linkerkuit en zo lukte ook de derde poging niet echt meer.

Verschil tussen India en China in economische groei en ontwikkeling, wat één van de centrale onderwerpen was in de discussies met mijn Indiase collega's in de EU-India bijeenkomst waarvoor ik in New Delhi was, is er op eerste zicht nog nauwelijks, verschil in Olympische sportprestaties des te meer. Het zou wel eens illustratief kunnen zijn voor het verschil in benadering van economische ontwikkeling en economische prestatie tussen beide landen. China met zijn ongeëvenaarde drang naar topprestaties beklemtoont het belang van fysieke, sportieve inspanningen als nationaal belang en investeert fors in sportfaciliteiten en toptrainers. Een "command sporteconomie", met een sterk geloof in individueles topsportprestaties als uiting van nationale trots, het spiegelbeeld als het ware van de Verenigde Staten. Voor China, zoals de Verenigde Staten in Atlanta, en de Sovjet Unie destijds, valt de hele opzet van de Olympische Spelen binnen het politieke kader van het bewijs leveren van het hebben van een wereldleider's positie op zoveel mogelijk sportgebieden. Brood en spelen voor het volk niet voor het plezier dan wel voor de nationale trots, waar het volk fierheid, reputatie en erkenning kan uit putten. Daarom ook dat het politiek ook heel logisch was geweest als juist België geen medailles had gehaald... heel wat Vlaamse politici hadden er ongetwijfeld stiekem op gehoopt.

Het Chinese overrompelende succes in het behalen van gouden medailles was trouwens ook precies wat de Groningse economen Kuper en Sterken voorspeld hadden. Volgens de Groningse economen zou China de Verenigde Staten wat het behalen van het aantal gouden medailles betreft kloppen: 47 tegenover 29. Het werden er 51 tegenover 36, maar de VS zouden China de baas blijven in het totaal aantal medialles, zoals ook gebeurde.  [1]

Nederland daarentegen zou slechts 18de worden en vier gouden, zeven zilveren en negen bronzen medailles winnen, twintig dus in totaal of minder dan de dertig medailles die de Nederlandse "chef de mission" vooropgesteld had en zou ook geen plaats behalen in de medaille wereldtop 10. In het echt, kreeg Nederland in Beijing zeven gouden, vijf zilveren en vier bronzen en eindigde met deze zestien "plakken" op de 12de plaats. Een toch wel heel wat slechtere voorspelling dan vier jaar geleden toen diezelfde Groningse economen voorspelden dat Nederland in Athene slechts vier gouden plakken zou halen, wat toen correct bleek. Om de enigszins gedurfde aard toendertijd van deze voorspelling wat scherper naar voor te brengen, is het nuttig in herinnering te brengen dat de Nederlandse medailleoogst vier jaar voordien in 2000 in Sydney liefst twaalf gouden plakken bedroeg. De Nederlandse verwachtingen in Athene waren dan ook hoog gespannen. Maar zoals door de economen voorspeld, werden het in Athene slechts vier voor Nederland. Om die sombere voorspelling destijds te verklaren moest ik er zelf de omhelzing bijhalen van de voorzitster van NOC*NSF die de Nederlandse deelnemers bij winst te wachten stond. De Vereniging van Depressieven, de VvD, had Mevrouw Terpstra destijds gesmeekt “een waardige, ingetogen bobo-houding aan te nemen.” Op depressieven zou, aldus de VvD “haar verpletterende uitbundigheid en ongeremde enthousiasme een averechts effect” hebben. Depressieven zouden er van doordrongen worden “haar hoge peil van vrolijkheid nooit te zullen halen” waardoor zij zich ontmoedigd en geestelijk moe zouden gaan voelen. En op de atleten dan, vroeg ik me destijds af? Als iemand die alleen maar zat te kijken al zó uitbundig kon raken van wat een ander presteert, hoe zouden de atleten dan nog hun uitbundigheid kwijt kunnen. Ik vreesde toen zelf dat de VvD straks met 21 gemedailleerde bijkomende depressieven zou zitten; nu zijn het er slechts 16...

Maar terug naar de economische voorspellingen van sportprestaties. Hoe kunnen economen medaillewinst voorspellen? Onderzoeken ze elk van de Nederlandse deelnemers’ kansen op een medaille en wegen ze die dan af ten overstaan van de belangrijkste concurrenten? Verre van: van enige sportkennis is geen sprake. Voor de Groningse economen Kuper en Sterken is het allemaal heel eenvoudig: “men kan de sportieve prestaties van een land opvatten als het rendement op een portefeuille van niet-waarneembare investeringen in verschillende sportonderdelen” en berekent dan “de verwachte waarde van de portefeuilles van de deelnemende landen”... Daarnaast wordt ook rekeining gehouden met het “home effect” die zowat alle mogelijkheden biedt om de voorspellingen snel aan te passen aan aan wijzigende omstandigheden. Duidelijk is dat het home effect zelf, een voorspellend effect heeft. Groot-Brittanië alwaar de volgende spelen zullen gehouden worden, had het hoogste aantal medailles in Beijing ooit, veel meer trouwens dan dat Kuper en Sterken hadden voorspeld. En dat lijkt mij in zekere zin ook logisch: men bereidt zich immers voor op de prestaties van vier jaar later. Interessanter is hoe ze volledig naast de echte nieuwkomers zoals Jamaica dat met zijn zes gouden medailles de grote verrassing was met zijn 13de landenplaats.

Maar terug naar India. Mijn Indische collega verklaarde het povere resultaat voor India in Beijing vooral aan de hand van de administratieve rompslomp en de gebrekkige trainingfaciliteiten in India. Zelf geloof ik eerder in een alternatieve uitleg: Indiërs zijn niet zo geïnteresseerd in "brood en spelen" meer in "brood en nirvana"... Het leveren van fysieke topprestaties als uiting van nationale trots behoort niet tot het Indisch erfgoed. Men zoekt persoonlijk succes eerder in het mystieke, in de karma, in het mentale. En het is juist dit dat ook het verschil in het bestuur van sport tussen China en India verklaart. Perfect georganiseerd in China; een administratieve puinhoop in India. In die zin zou de echt "olympische" uitdaging voor India er in bestaan de spelen in India te organiseren. En blijkbaar denken ze daar ook over.

Maar eerst beginnen ze wat "cosy-er": de Commonwealth games worden voor het eerst in 2010 in New Delhi gehouden. Benieuwd of Bobby George dan haar nirvana zal vinden...

Luc Soete

26 augustus 2008


[1] De top 30 van de medaillespiegel voor de Olypmpische Zomerspelen van 2008 in Beijing. (Bron: ESB / Beijing 2008 website)

 

  VERWACHTE VERDELING DAADWERKELIJKE VERDELING
  Land Goud Zilver Brons Goud Zilver Brons
1 China 47 18 11 51 21 28
2 Verenigde Staten 29 31 25 36 38 36
3 Rusland 22 23 30 23 21 28
4 Australië 14 13 16 14 15 17
5 Duitsland 12 15 19 16 10 15
6 Japan 12 9 13 9 6 10
7 Frankrijk 10 10 12 7 16 17
8 Italië 9 10 12 8 10 10
9 Verenigd Koninkrijk 9 9 13 19 13 15
10 Korea 8 10 9 13 10 8
11 Oekraïne 8 6 8 7 5 15
12 Cuba 7 6 8 2 11 11
13 Hongarije 7 6 5 3 5 2
14 Griekenland 6 6 4 0 2 2
15 Roemenië 6 5 5 4 1 3
16 Brazilië 5 3 4 3 4 8
17 Spanje 4 10 6 5 10 3
18 Nederland 4 7 9 7 5 4
19 Canada 4 7 4 3 9 6
20 Polen 4 4 7 3 6 1
21 Zweden 4 3 2 0 4 1
22 Noorwegen 4 1 2 3 5 2
23 Wit-Rusland 3 6 6 4 5 10
24 Turkije 3 3 3 1 4 3
25 Nieuw Zeeland 3 3 1 3 1 5
26 Tsjechië 2 4 4 3 3 0
27 Kazachstan 2 4 4 2 4 7
28 Oostenrijk 2 4 2 0 1 2
29 Bulgarije 2 2 7 1 1 3
30 Zwitserland 2 2 3 2 0 4
  Thailand 2 2 3 2 2 0

 

blog archief