WEBLOG
De avonturen van professor Soete  


Februari 2006: Content met chocolade en vanille

Afgelopen week werd ik weer eens geconfronteerd met een oude liefde: de digitale economie. Tegenwoordig gaan deze discussies vooral over de digitale inhoud, de content die je dankzij de nieuwe breedband infrastructuur sneller en slechts voor een prikje van een prijs, nu legaal, kunt downloaden op je televisie, computer, mobieltje of ipod.

Dat brengt grote spanningen en veranderingen met zich mee bij de verschillende actoren op dit gebied. De grote media-bedrijven willen hun content, of het nu om muziek, film of nieuws gaat, digitaal en copyright-beschermd aanbieden aan al die klanten die ze de afgelopen jaren verloren hebben via het illegaal kopiëren en gratis downloaden van die content via internet. De grote telecom-bedrijven willen uitbreiden richting content omdat juist datzelfde internet hun telefoonprijzen steeds verder onder druk zet. En de nieuwe internet-bedrijven gaande van Google en Skype tot die miljoenen andere nieuwe aanbieders van zowel professionele als meer amateuristische vormen van digitale creativiteit willen hun nieuwe business natuurlijk zien groeien en zoeken naar mogelijkheden creatieve content op alternatieve, gebruiksvriendelijke manieren aan te bieden.

Zo belandde ik afgelopen woensdag (1 februari 2006) op een congres met als titel: Chocolate or Vanilla? Building the Creative Economy in a Flat world. After Lisbon , a New Vision for Europe , for Italy and for the Regions, het eindpunt van een Europese conferentie jamboree. In Rome waar ik de dagen voordien had mogen debatteren met vertegenwoordigers van Warner Bros, Google, Yahoo, beroemde Italiaanse musici en film directeuren en één enkele Nobelprijswinnaar economie had men het nog eenvoudig over The Future Digital Economy , maar in Brussel, l'Europe oblige , moest men wel al was het maar in de titel wat meer creativiteit ten toon spreiden. A mouthfull : van alles wat. Maar die eerste titel “chocolade of vanille” was zelf slechts de titel van een hoofdstuk uit het boek van Thomas L. Friedman, The World is Flat – A Brief History of the Twenty-First Century (2005, 488 pp. Farrar, Straus & Giroux). Friedman's metaforen zijn tegenwoordig wereldberoemd en zeker bij, wanhopig naar inspiratie op zoek zijnde Europese bureaucraten, maken ze van alles los: nieuwe visies over Europa, over Italië; over de regio's. Ook hier was ik uitgenodigd voor een debat: van 9 tot 13 uur zo stond op het programma en opnieuw met vertegenwoordigers van mediabedrijven, politici in alle maten en alle soort, en uiteraard eurocraten. Het zou een fluitje van een cent worden. Gewoon vertellen wat je in de vorige conferentie al gehoord hebt, er moet toch iemand zorgen voor een band tussen al die conferenties. Het is de tactiek van de echte volleerde conferentieganger. Maar, het liep heel anders dan gedacht…

Ik kwam die dinsdagavond laat terug uit de Rome conferentie en zou voor die enkele keer overnachten in Brussel. Ik had een klein, goedkoop hotelletje geboekt in hartje Brussel. Mijn kamer was de rust zelve, helemaal boven op de vierde verdieping, achteraan onder het dak. Die morgen dus stond ik vrolijk op uit bed, zette de televisie aan – Bush was op herhaling bezig met zijn state of the union –, liep naar de badkamer, sloot de deur netjes achter me en bleef… met de deurklink in mijn hand.

Ik ben niet zo gauw van mijn stuk te brengen maar al snel drong het tot me door dat ik er toch wel heel beroerd voor stond. Naakt met slechts een kleine handdoek in een afgesloten badkamer, met een deur die goed in het slot zat en op geen enkele manier open te krijgen was, met mobiel, laptop, ipod, in de kamer ernaast, in een heel rustig kamertje onder het dak, en als klap op de vuurpijl op de achtergrond: televisie audio die bestond uit Bush die voor elke slagzin steeds weer onderbroken werd door applaus. Soms denk ik, dat bij die televisie speeches van Bush er naast de camera, zo'n regisseur staat met een groot plakkaat “klappen” dat hij na elke zin weer naar omhoog steekt, en zo nu en dan ook het tweede plakkaat “opstaan” wanneer de vrouwen en heren afgevaardigen in slaap dreigen te vallen. Dat ligt wellicht mede aan de oorsprong, bedenk ik me dan, van één van die paradoxen die zo de Amerikaanse televisie kenmerkt: hoe saaier de content, hoe enthousiaster het publiek erop lijkt te reageren. Maar terug naar mijn verhaal.

Ik voelde mij als Mister Bean maar dan aan het slot van één van zijn lotgevallen. Inspiratie hoe ik mij uit mijn hachelijke situatie zou kunnen bevrijden kon ik er niet in vinden, veel amusementswaarde trouwens ook niet…

Rustig blijven bedacht ik me en eerst maar een douche nemen. Ik droogde me af, bekeek opnieuw de zware bronzen klink en probeerde haar nogmaals in contact te krijgen met de steel die aan de andere kant van het sleutelgat was blijven steken… [Zoek hier niets achter, dit is een serieuze blog!] . Het lukte van geen kanten. De deur zat echt goed in zijn slot en opende naar mij toe zodat ik er ook op geen enkele manier druk kon op uitoefenen. Het was zo rond half acht en overal nog steeds muisstil. Als er nog mensen sliepen zou ik ze wel moeten wakker maken…

Ik nam de klink en begon tegen de muur te kloppen. Ik weet niet hoe je lange en korte signalen kunt geven al kloppend – het is al weer heel lang geleden dat ik nog van die oorlogsfilms gezien heb. Hoe dan ook er gebeurde niks. Ik begon tijdens het kloppen wat te roepen. Maar alles bleef even stil. Mijn badkamer had een dakvenster. Ik deed het open en staande van op het toilet kon ik zo ongeveer de dakomgeving rond mij heen zien. Nergens een ander raam, alleen maar dakpanelen. En het was hartstikke koud en in mijn tenue zou ik het hoe dan ook niet lang volhouden. Ik pakte opnieuw de klink en begon maar weer wat te kloppen. Er zat niets anders op.

Zo'n uur later, schat ik in, hoorde ik iemand terugkloppen. Eindelijk contact. Na wat heen en weer geklop en geschreeuw kon ik hem duidlijk maken waar ik precies zat. “ Chambre 44 ” riep ik. Ik dacht dat het ergste nu voorbij zou zijn maar dat was te vroeg gejuicht. Na zo'n tien minuten kwam, vermoed ik aan haar accent, een Aziatisch kamermeisje op de deur van mijn kamer kloppen, “ please open door ” riep ze maar steeds. Ik riep haar toe: “ please call hotel manager, me stuck ”. Je hebt de neiging wanneer mensen je in pidgin Engels iets toe roepen, ook in pidgin Engels te antwoorden Wellicht een vorm van altruïstisch taalgedrag, goed voor de integratie. Uiteindelijk kwam, wat ik vermoedde, de hotel manager moest zijn. Hij vroeg mij wat er aan de hand was. Ik probeerde hem het probleem boven het televisiegeluid uit te leggen maar hij kreeg de deur van mijn slaapkamer met zijn loper niet open. In mijn wijsheid om goed en veilig te slapen, had ik de sleutel van mijn slaapkamer ook nog eens aan de binnenkant van de deur laten steken. De hotelmanager vroeg zich vertwijfeld af hoe ik mij had kunnen opsluiten in de badkamer: hij bleef maar herhalen: “ je ne comprends pas, je ne comprends pas ”. Na een half uur kwam hij terug met versterking: ze zouden de deur openbreken. Ik hoorde een enorm dreun en het glas van de spiegel tegen de wand in mijn slaapkamer viel met veel kabaal op de grond. Het lukte hen niet, ze gaven het op. De deur van de slaapkamer was blijkbaar even hard en goed afgesloten als die van mijn badkamer.

Drie uur later kwam eindelijk de oplossing: in amper enkele minuten maakte een ingehuurde sleutelmaker de deur van mijn slaapkamer open. De hotelmanager kwam hij de badkamer opendoen, en draaide met afschuw zijn gezicht: “ monsieur, monsieur habillez vous, habillez vous ”. Alsof ik er iets aan kon doen… Ik spoedde mij zo snel ik kon in mijn kleren, raapte mijn spullen tussen de schermen spiegelglas op en snelde naar beneden. Het was half twaalf. Beneden bood de hotelmanager mij de nacht gratis aan. Ik dacht bij mezelf: “there are no such things as free nights ” en drong toch maar aan om te betalen, de sleutelmaker stond er ook nog en was zijn geld aan het tellen. Mijn hele avontuur had de brave man al genoeg gekost. En waarom zou ik de Europese Commissie, die mijn hotelkamer zouden betalen, laten profiteren van mijn tegenspoed? Ik drong aan. Het was, vond ik “ une combination malencontreuse de circonstances ”, en ik was hoe dan ook te gelukkig dat ik uit mijn badkamer bevrijd was. Ik heulde een taxi en kwam zo'n drie uur later dan voorzien, nog half bevroren bij het Comité van de Regio's aan in de Belliardstraat.

Een schattige, lieftallige mevrouw van Galler, de nieuwe Belgische chocolade hype, getooid met een hoge muts, stond bij de ingang van de conferentie “Chocolade of Vanille” mij op te wachten en vroeg me of ik een kopje warme chocolade wilde, met of zonder vanille voegde ze erbij met een verrukkelijke glimlach. Ik vroeg of ze er geen scheutje alcohol bij kon doen. Ik was nog niet echt bekomen van mijn vergeefse poging om via het dakvenster uit mijn benarde hotelsituatie te komen. “ Mais bien sûr, mon chou ”, zei ze enthousiast en deed er een hele scheut Mandarine Napoleon bij. Ik voelde mij al weer helemaal bij mijn positieven, liep de conferentiezaal binnen en werd onmiddellijk naar het podium gebracht. Ik was nog net op tijd, juist voor de lunch om van de voorzitter iets te mogen zeggen als afsluiting van het debat over content. “ Un atasco en De Geusselt ?” vroeg mijn Spaanse buurman mij. “ No, no. Peor !” wuifde ik zijn vraag weg.

Of iemand mijn excuus waarom ik zo laat was, geloofde, weet ik niet. Mijn collega panelleden die toch wel wat twijfels hadden gezien de nogal sterke alcohol walmen die ik overal verspreidde, moesten echter wel toegeven dat het een vrij sterk verhaal was, nog nooit hadden ze zo'n onwaarschijnlijk excuus aanhoord. De man van Warner Bros vroeg mij of hij het script mocht hebben, die van Centraal Beheer Achmea – U weet wel die van “even Apeldoorn bellen” – wilde het ook wel, maar ik vond het maar niets want hoe had ik dan Apeldoorn moeten bellen. De BT man zag de eindboodschap van zijn spotje al voor zich: “ never forget your mobile, even when taking a shower ”, maar de mevrouw van Walt Disney had haar twijfels: “ We couldn't use it .”zei ze “ it would really be for adults only ” en dat was niet het beleid van de cumpany.

Ik dacht aan al die creatieve auteurs, zangers, acteurs, musici, filmmakers, schilders en hoe afhankelijk ze allen geworden waren van die grote bedrijven om hun creativiteit ook maar eventjes onder het voetlicht van het publiek te mogen brengen. Mijn besluit stond vast. “ Thanks ” zei ik, “ I'll start my own blog, in Dutch ”. En content met mezelf verliet ik de zaal op zoek naar die schattige mevrouw van Galler. Want een tweede kopje chocolade met vanille lustte ik wel.

Luc Soete

 

blog archief