WEBLOG
De avonturen van professor Soete  


Maart 2006: Maastricht's gegok op een casino

Met de mogelijke komst van een groots casino, Caesar's Holland genaamd, in downtown Maastricht, ik citeer even uit de presentatie van Harrah's Entertainment Inc. Vice President Rich Mirman vorige maand tijdens de persconferentie van de gemeente Maastricht (onder de rubriek Harrah's terug te vinden op de website van de gemeente), lijkt Maastricht zijn economische toekomst te willen bestendigen in de commercialisering van verslaving. Voor burgemeester Leers passen de plannen van Harrah's naadloos met die van Maastricht.

Casino

Hij had het bij de sleuteloverdracht aan Prins Norbert d'n Eerste aan de start van het carnaval in zijn ode aan Maastricht nóg beter kunnen zeggen: “ aan Maastricht word je verslaafd …” Zelfs het logo van de stad: “Maastricht dat gun je jezelf” past perfect met dat van het nieuwe casino. Ik zie de gezamenlijke gemeentelijke en casino reclame campagne al voor mij: A visit to (Caesar's in) Maastricht: “you owe it to yourself!” . Met de toevoeging “Caesar's in” die aan- en uitflikkert in grote neon lichten op de gemeentelijke website en op de borden langs de A2..

Cynici zouden stellen: Maastricht van wiet- tot gokstad. Van stad met de hoogste concentratie coffeeshops per inwoner, tot stad met de hoogste concentratie slotmachines per inwoner. Ongetwijfeld complementaire activiteiten! Het casino goed voor het witwassen van drugsgeld, de coffeeshops goed om het verdriet van het verloren geld weg te blowen. Misschien niets beter om gokverslaving tegen te gaan… CDA-fractieleider Gerard van Rens, de grote voorvechter van het casino plan had Harrah's grote baas Gary Loveman, een ex-collega econoom van de Harvard Business School, meegenomen door Maastricht. Van frietje zoervleis bij Reitz tot een kaarsje aansteken bij de Onze Lieve Vrouwebasiliek, zo las ik met veel belangstelling in de lokale krant De Ster. Het gebruikelijke bezoek aan de Missippi boot aan de Kesselkade, zoals dat Haagse politici te beurt valt, werd overgeslagen. Toch wel jammer, want dan was Loveman wellicht nog meer onder de indruk geweest. Kon hij zelf aanschouwen hoe laagdrempelijk de coffeeshops in Maastricht zijn. En met slechts één boot in de Maas die een winst realiseert die ongeveer op hetzelfde niveau ligt van wat Harrah's op het oog lijkt te hebben met zijn casino van 550 miljoen. Maar wel met één groot verschil. Bij de Missippi dragen ze jaarlijks geen 100 miljoen € af aan Den Haag…

Maar, alle gekheid op een stokje, waarom toch dit enthousiasme voor een andere, omvangrijke verslavingsactiviteit in een stad die reeds zoveel te lijden heeft onder drugstoerisme? De uitzonderlijke lokalisatie van Maastricht binnen Nederland als een perifeer gelegen, maar in het buitenland bijzonder populaire grensstad, die in toenemende mate afhankelijk is in zijn economische ontwikkeling van buitenlandse consumptie, is wellicht één van de belangrijkste zoniet de belangrijkste verklaring voor het casino enthousiasme bij de lokale bestuurders. Vanuit het perspectief van de buitenlandse consumptie van verslavende activiteiten vormen drugs- en gokverslaving als het ware een bestuurlijk spiegelbeeld. Terwijl het er bij coffeeshops vooral om te doen is zo min mogelijk buitenlandse toeristen aan te trekken (het gaat hier immers om een Europees wat uit de hand gelopen nationaal gedoogbeleid voor de eigen bevolking), is het bij casino bezoeken precies omgekeerd: vooral buitenlandse toeristen aantrekken. Men wil liever niet dat de eigen bevolking zijn zuur verdiende geld aan slotmachines kwijtraakt. De onderliggende, vrij simplistische gedachte bij lokale bestuurders is dat in het geval van coffeeshops de kosten van buitenlandse “toeristen” vooral lokaal zijn, zoals daar zijn: het toenemende gevoel van onveiligheid, de stijging van de criminaliteit, de hoge politiekosten, en de opbrengsten onzichtbaar, zeg maar zwart. Bij een Maastrichtse casino vestiging daarentegen rekent men erop dat precies het omgekeerde zich zal voordoen. Lokaal worden de opbrengsten van buitenlandse consumptie nu netjes wit geïncasseerd terwijl men er impliciet op rekent de kosten van gokverslaving grotendeels te kunnen afwimpelen: op het casino bedrijf, de nationale overheid of richting buitenland. In die zin passen de Harrah's plannen met 80% van de bezoekers uit het buitenland – hoofdzakelijk de omliggende Belgische en Duitse grensregio – inderdaad ook naadloos met die van de lokale bestuurders. Meer nog als populaire grensstad rekent Maastricht erop de omliggende Euregionale steden zoals Aken, Luik of Hasselt voor te zijn met een Europese vestiging van de Amerikaanse casino gigant en binnen de Euregio de belangrijkste casino vestiging te worden. Vanuit dit perspectief is juist de grote vrees bij lokale bestuurders dat Harrah's zijn oog zou laten vallen op één van deze omliggende steden.

Een wat grondigere analyse die een collega, Bas ter Weel, en ikzelf hebben gemaakt, toont aan hoe deze nogal vrij simplistische bestuurlijke visie voorbij gaat aan een aantal essentiële factoren.

Eerst en vooral de aard zelf van casinoactiviteiten. Op het eerste zicht lijkt een casino-investering op die van gelijk welk andere economische activiteit. Er is, getuige het succes van internetgokken, steeds meer vraag naar spel- en entertainmentactiviteiten met financiële risico's. Nieuwe casino's vestigingen worden op verschillende plaatsen in Nederland opgericht of bediscussieerd: in Venlo, in Leeuwarden. Casino's zijn ook een unieke sector wat werkgelegenheid betreft: niet alleen arbeidsintensief, maar ook gebruik makend van vooral laaggeschoolde arbeid. Ideaal dus voor vele steden die kampen met hoge werkloosheid onder laaggeschoolden, zoals Maastricht.

Dit ideale plaatje gaat echter voorbij aan een wezenlijk verschil tussen casinoactiviteiten en andere diensten of entertainment activiteiten: consumptie met zogenaamde toenemende meeropbrengsten, een waarneming waarvoor Daniel Kahneman enkele jaren geleden de Nobelprijs Economie kreeg.. Naarmate men meer consumeert heeft men niet de neiging tot stoppen, maar wordt men eerder geconfronteerd met het omgekeerde: de neiging te blijven inzetten om het initiële bedrag terug te verdienen totdat het geld uiteindelijk op is. Casino's spelen hier op in door gokkers telkens de mogelijkheid te bieden hun inzet terug te verdienen, al gaat dat steeds gepaard met een hogere inzet. Niet verwonderlijk is dit het gevaarlijkst voor mensen met relatief lage inkomens omdat, wat economen noemen, de marginale waarde van geld voor hen veel hoger ligt dan voor relatief rijke mensen. De cijfers van Holland Casino over wat uitgekeerd wordt na elk spel spreken wat dit betreft boekdelen. De gemiddelde casino bezoeker geeft op een avond zo'n €100 uit aan verschillende casino spelen. Daarbij kan hij of zij rekenen op een relatief vrij hoge uitkering. Na elk roulette spel bijvoorbeeld wordt zo'n 97% van de ingebrachte “mise” door een, veelal lieftallige, croupier uitgekeerd die er bij winst ook nog eens een fikse fooi voor krijgt. Die relatief hoge uitkering per spel is natuurlijk niet op het niveau van het volledig teruguitkeren van de mise – het zal steeds onder de 100% liggen – maar juist hoog genoeg om spelers aan te zetten om steeds weer het uitgekeerde geld opnieuw in te zetten totdat ze uiteindelijk hun laatste euro kwijt zijn. In de ideale reclame of movie setting met smoking, glas wijn en aantrekkelijk gezelschap om je heen, een op eerste zicht “entertainende” manier om je geld op een avond kwijt te geraken. Bij spelautomaten daarentegen ligt de uitkering veel lager: slechts 92% van elke inzet wordt per spel uitgekeerd. Dat lijkt niet zoveel minder dan in het geval van een roulettespel, maar spel op spel gestapeld is dit verschil in uitkering natuurlijk wel heel hoog. Opnieuw is de kans dat de hoeveelheid munten die door de gokautomaat per spel wordt uitgekeerd gelijk is aan de inzet, relatief hoog zodat de bereidheid tot herinleg hoog blijft. Om niet automatisch terug aan de arm van de gokmachine te trekken moet men van goeden huize komen. Niet voor niets dat men deze soort spelautomaten in het Engels omschrijft als “éénarmige bandieten”. Kortom, het verschil tussen uitkeringen bij verschillende casinospelen illustreert perfect de onderliggende sociale problematiek: gokverslaving van de hogere klasse doet zich vooral voor bij de hoogdrempelige roulette en kaartspelen met hun relatief hogere uitkeringen, lagere klasse gokverslaving doet zich voor bij de laagdrempelige gokautomaten die juist ingesteld zijn op veel lagere uitkeringen .

Het risico van gokverslaving heeft er dan ook toe geleid dat de overheid sterk regulerend optreedt met betrekking tot casinoactiviteiten: een uitzonderlijke hoge gokbelasting, een restrictief vergunningsbeleid en in het geval van Nederland een staatsmonopolie. Het directe gevolg van dit beleid is dat casinoactiviteiten voor lokale ontwikkeling als het ware een Haagse versie vormen van de éénarmige bandiet: de “Zalm bandiet”. In verhouding tot de lokaal gecreëerde werkgelegenheid wordt nog een grotere hoeveelheid aan koopkracht uit de lokale economie weggezogen richting Haagse schatkist. In vakantiesteden en kuuroorden, waar de eerste casino's in Nederland hun deuren openden midden jaren 70 zoals Zandvoort, Scheveningen en Valkenburg, maakt dat voor de lokale economie niet zoveel uit. Het casino is er onderdeel geworden van de lokale vakantie of vrije tijd infrastructuur en heeft er zich dikwijls ontpopt tot één van de belangrijkste werkgevers. Er wordt geteerd op de koopkracht van vakantiegangers, die slechts voor beperkte tijd op bezoek komen. De lokaal onttrokken koopkracht is als het ware onderdeel van het herverdelen van vakantie uitkeringen: een slimme opzet van de overheid om het teveel aan liquide bestedingsmiddelen uitgekeerd als vakantie toelage of 13 de maand opnieuw af te romen. In grote steden daarentegen, zijn casinoactiviteiten veelal slechts een klein onderdeel van de verbreding van het entertainmentaanbod, en zijn werkgelegenheidscreatie en het onttrekken van koopkracht verwaarloosbaar in relatie tot andere economische activiteiten. Het probleem zoals zich dit in het geval van Maastricht perfect illustreert, is wanneer er sprake is van een middelgrote stad (120.000 inwoners) en een omvangrijk casinoplan.

In zijn eenvoud lijkt het grootse Harrah's casinoplan de ideale oplossing voor het werkgelegenheidsprobleem waarmee Maastricht geconfronteerd wordt. Bijkomende entertainment voor de elite en werkgelegenheid voor laaggeschoolden en werklozen… Maar deze eenvoudige voorstelling van zaken kent echter ook zijn spiegelbeeld: een dramatische toename in het reeds bestaande overaanbod van entertainment en winkelruimte in een relatief kleine stad als Maastricht met als gevolg verdringing van bestaande "entertainment" infrastructuur zoals congres- en vergaderinfrastructuur (MECC, Theater aan het Vrijthof), winkelruimte, restaurants, cafés en tezelfdertijd toename in gokverslaving juist bij de lagere inkomensklasse. Harrah's casino klanten zullen uiteraard zo sterk mogelijk gebonden worden aan de interne entertainment faciliteiten van Harrah's via vouchers, spaarpunten en dergelijke. De vraag of de Harrah's bijkomende entertainment faciliteiten leiden tot overcapaciteit en uiteindelijk tot een dalende omzet en winst voor bestaande bedrijven in de stad, wordt uiteraard niet gesteld door het bedrijf; het zou echter wel de vraag en zorg moeten zijn van de lokale politiek en beleidsmakers.

Veel hangt uiteraard af van de vraag of nieuwe bezoekers naar Maastricht zullen aangetrokken worden dankzij de aanwezigheid van een groots casino met zijn integrated entertainment activiteiten. Gezien Harrah's vooral op lokale bezoekers gokt, moet gevreesd worden dat juist de uitzonderlijke aantrekkingskracht van Maastricht zónder casino op de omliggende regio doet vermoeden dat mét een casino er weinig sprake zal zijn van substantiële bijkomende bestedingen van nieuwe bezoekers dan wel van een verschuiving in het bestedingspatroon van de huidige bezoekers met als gevolg substantiële verdringingseffecten.

Kortom, Maastricht: dat gun je jezelf, ook zonder casino…

Luc Soete

 

blog archief