WEBLOG
De avonturen van professor Soete  


Februari 2007 : Professor Sweety meets The Queen

Ik behoor nog tot die oude garde van hoogleraren die destijds, in 1986, door Koningin Beatrix als kroondocent benoemd werden. Ik was, en ben er trouwens nog steeds, fier op. Tegenwoordig moeten hoogleraren het doen met een aanstellingsbriefje getekend door de voorzitter van het College van Bestuur van de universiteit. Ze zijn als het ware in meer dan één opzicht “gewone” hoogleraren geworden. Ik veronderstel dan ook dat het bij de kroonbenoeming hoort, dat ik zo nu en dan in contact kom met koninklijke hoogwaardigheidsbekleders.
Prof Soete meets the Queen

Veelal is het niet meer dan een handje schudden maar soms mag je mee aan tafel zitten en die heel uitzonderlijke keer mag je zelfs mee informeel discussiëren. Mijn eerste koninklijke ontmoeting, zo’n vijftien jaar geleden, was met de Spaanse vorst, Juan Carlos, in Bilbao en memorabel door de omstandigheden. Tussen een haag van zwaar bewapende politie agenten werden we één voor één het Gouvernementsgebouw van Bilbao binnengeduwd onder luid gejoel van manifestanten. Het hele diner lang hoorden we niets anders dan leuzen die gescandeerd werden rond het gebouw. Tijdens de speech van Juan Carlos sneuvelde zelf een ruit en met een grapje stelde hij ons allen gerust. Ik zat naast Koningin Sophie haar herinneringen aan Griekenland boven te halen, maar de vox populi buiten vertroebelde toch wel heel sterk de sfeer. Moeilijk om zich in te beelden dat zoiets nu nog zou kunnen gebeuren.

Afgelopen maandag was weer zo’n uitzonderlijke dag voor mijn koninklijk logboek. Samen met zo’n twintig andere genodigden was ik uitgenodigd for tea met The Queen, neen niet Koningin Beatrix maar de Britse Koningin Elizabeth II. Over wat er precies allemaal besproken werd, wil ik het hier uiteraard niet hebben. Dat moet, zoals U zult begrijpen, vertrouwelijk blijven. Maar over het hoe van mijn ontmoeting, kan ik, dunkt me, vrijelijk rapporteren.

Voor iemand die tien jaar lang in Groot-Brittanië gewoond en gewerkt heeft; er zijn kinderen heeft zien geboren worden en hun eerste levensjaren slijten, de mijnstakingen meegemaakt heeft met de regelmatige avond blackouts waar je hartje winter in het pikke donker s’avonds, een uitweg uit je kantoor moest zoeken; de opkomst van Thatcher aan den lijve heeft ondervonden; de krankzinnige Falklandsoorlog, de IRA bombardementen; en zo veel meer, was een ontmoeting met het steeds aanwezige en blijvende imago van het Verenigd Koninkrijk: her Majesty The Queen een ervaring om niet snel te vergeten.

Ik had mij uiteraard goed voorbereid. Ik was, hoe kon het anders, de film The Queen gaan bekijken, om ook mijn accent wat bij te schaven. Na al die jaren abroad klinkt mijn posh Engels, dixit mijn dochter, meer op dat van Charles Aznavour, dan op Prins Charles’. “Your Majesty” oefende ik voor de spiegel met een lichte buiging vanuit de nek, zoals ook Tony Blair aangeleerd werd. “And you are, Professor Soto?” zo beeldde ik me in dat ze mij zou vragen “... like in the children’s comic?” Dat was destijds een populair kinderprogramma van de BBC waar betweter professor Soto de skepter zwaaide en mijn Engelse collegas mij altijd mee voor de gek hielden. “With your permission, Ma’am” uitgesproken met de “a” van “ham” en niet de “a” van “farm” zoals ik uit de film geleerd had – wat voor Nederlanders toch wel moeilijk is want al snel denk je aan al die verwende kinderen die om hun Ma’am, met de lange “a” van farm, roepen – “it is pronounced as professor Sweety” hoorde ik mij antwoorden, “and not as Your Majesty might be tempted to say in French, Professor Sweaty” voegde ik er nog voor alle duidelijkheid aan toe, terwijl enkele zweetdruppels van mijn voorhoofd in mijn kopje thee plonsten... Ik had namelijk de uitnodiging for tea in het Frans ontvangen!

Maar neen dus, mijn verbeelding stond eens te meer in geen verhouding tot de realiteit. Het liep allemaal perfect. Alhoewel..., de ontvangst van Her Majesty leek toch wel heel sterk op die andere film die ik voordien ook nog even bekeken had om toch vooral geen protocolaire blunders te begaan Mr. Bean meets the Queen. Toch wel één van de meest hilarische Mr. Bean’s, vind ik. Ik stond, juist zoals Mr Bean, in een rij van genodigden netjes te wachten op mijn beurt, mij erop betrappend dat ik ongewild de nekbuiging imiteerde telkemale Her Majesty één van de genodigden die voor mij in de rij stond de hand schudde en een praatje maakte. Ik was, eerlijk gezegd als de dood telkemale één van mijn voorgangers vervaarlijk op zijn Japans buigde, toch niet zoals in Mr Bean... En ook ik merkte dat ik als enige geen witte zakdoek had in de voorzak van mijn kostuum, maar om daar nu snel de uitnodigingskaart voor te plooien en zoals Mr Bean te doen alsof het een zakdoek was leek me iets te opvallend... Maar het liep allemaal heel goed af en nadien bij de thee hield ik keurig mijn pink omhoog.

Maar serieuzer, waarom toch die compleet irrationele bereidheid tot respect, tot het in de puntjes volgen van een protocollair voorgeschreven “onderdanig” gedrag met achteruitlopen, buigen, en dergelijke meer, dat op geen enkele manier nog van deze tijd is? In tegenstelling tot de film, lijkt de Britse monarchie met zijn vele protocollaire verplichtingen, de gesel des tijds en dan met name de laatste tien jaar goed te hebben doorstaan, veel beter trouwens dan Tony Blair. Je zou trouwens kunnen stellen dat dankzij de Windsor monarchie en het extreme protocol, het Verenigd Koninkrijk, als oude grote mogendheid, zich de laatste 55 jaar onder Elizabeth II’s bewind juist makkelijker heeft kunnen aanpassen aan zijn tanende nationale, politieke en economische wereldinvloed. Naarmate het nationale gevoel van Britse grootheid (“Rule Britannia, Britannia rules the waves... “) en identiteit zich kon toeleggen op de instandhouding van monarchie en protocol, is dit laatste als het ware uitgegroeid tot een positieve, stabiliserende factor die de toch wel pijnlijke politieke aanpassing in goed banen heeft kunnen leiden. In die zin heb ik heel wat bewondering voor de Britten en hun Queen. Zelfs in hun anthem God save the Queen kan ik me als buitenlander goed vinden, wat heel wat anders is dan het weinig subtiele, van Amerikaans religie nationalisme getuigende, God bless America.

Toen ik die avond thuis kwam zette ik nog even keihard the Sex Pistols’ versie van God save the Queen.

Her Majesty The Queen heeft niets aan actualiteit ingeboet in al die jaren. In 1977 een pophit, in 2006 een filmhit en daartussen de inspiratiebron voor Freddy Mercury en de grootste popband aller tijden.

Beats me, Ma’am.

Luc Soete
10 februari 2007

 

blog archief