De "bit tax"

Zopas is het rapport verschenen over de sociale en maatschappelijke aspecten van de "informatiemaatschappij", een sleutelwoord in EU kringen. Dit rapport door een groep onafhankelijke experten(1) in opdracht van commissaris Flynn doet een verwoede poging om de bredere maatschappelijke dimensie in het huidige informatie technologiedebat wat meer onder de aandacht te brengen. Tot op heden is dit debat gedomineerd geworden door technologische vragen, onder meer omtrent inter-operability standaarden, universele diensten, R&D ondersteuning, informatieinfrastructuur. etc. en de noodzakelijke deregulering en liberalisering van de nationale telecom-operatoren. Als iemand die nauw betrokken was bij het tot stand komen van dit rapport valt het mij moeilijk veel kritiek op de talrijke beleidsaanbevelingen en voorstellen te leveren. Liever maak ik gebruik van deze mogelijkheid om de aandacht te vestigen op één van de meer controversiële voorstellen in het rapport, waarvan ik zelf groot voorstander ben en die wellicht met het nodige sceptisme zal ontvangen worden: het idee om te onderzoeken in hoeverre de invoering van een belasting op "bites", geen interessante mogelijkheid vormt om de belastingsbasis van de overheid te verruimen.

Het argument is vrij eenvoudig. Met de verdere verschuiving van onze industriële economie van "tangibles" naar een economie die meer gekenmerkt wordt door de productie, distributie en consumptie van "intangibles", stelt zich de vraag of de belastingsbasis niet inadekwaat wordt.

In de opkomende informatiemaatschappij ligt de nieuwe welvaart in zekere zin in de trillioenen digitale informatie bits die elke dag door de wereld economie worden gestuwd. de digitale bits zijn in zekere zin de fysische, electronische uiting van de vele transacties, conversaties, stem en video boodschappen en programmas die in hun geheel genomen het proces van productie, distributie en consumptie van de niewue informatie economie recorden.

Eén van de fundamentele problemen van de zich ontwikkelende informatiemaatschappij is dat de waarde van veel van deze informatiestromen als het ware verdampt in de zich verder ontwikkelende netwerkeconomie. De marginale kosten zijn dikwijls minimaal soms zelfs nul. Of je nu via een "optical fibre" beeddbandnetwerk per minuut 1 bit of 1 millioen bits stuurt, het maakt practisch geen kostenverschil uit. Er is dan ook geen enkel incentieve om enigszins zuinig met informatie om te gaan. Integendeel zoals het EU rapport, "to navigate the rough sea of on-line information, with its misinformation, poor quality information, unreliable information and advertising hype, could induce nausea."

Het idee van een "bit" taks charmeert omwille van zijn eenvoud: zoals op de fysieke autosnelweg motorrijtuigen-, benzine- of brug en wegenbelasting betaalt wordt, zo zal het digitale verkeer op de electronische autosnelweg belast worden per bit. Natuurlijk gaat het hier niet ter compensatie van eventueel negatieve externe effecten zoals aantasting van milieu, maar om een eenvoudige verbreding van de nationale belastingsbasis in de richting van nationaal en internationaal interactief digitaal verkeer. Het gaat ook om een zekere concurrentievervalsing tegen te gaan. Wilt U het EU-rapport bij DG V bekomen dan zal U het rapport wellicht binnen een drietal weken ontvangen en zult U BTW moeten betalen op het rapport en het versturen van het rapport, schaft U het zich electronisch aan dan betaalt U niets. Belt U met uw collega in de States dan betaalt U sinds 1 januari BTW, stuurt U hem een e-mail dan betaalt U niets.

Uiteraard zijn er ideeën en plannen genoeg wat de mogelijke besteding van een bit taks betreft. In het rapport wordt in de eerste plaats gedacht aan financiering van de sociale zekerheidssyetemen in Europa. Maar een bit taks zou wellicht ook een veel eenvoudigere benadering zijn om het probleem van intellectuele eigendom in de informatiemaatschappij aan te pakken. Op dit ogenblik, met bij voorbeeld de komst van de zogenaamde "koude kanalen(2)", is het in toenemende mate onmogelijk de eigenaar van de inhoud te erkenen en vergoeden. Als gevolg richten bedrijven in de zogenaamde media of software "content" industrie zich met name op "one shot" verkopen waarbij in de kortste keren op zoveel mogelijk plaatsen in de wereld het nieuwe product wordt verkocht. Alternatief zal men verticaal integreren met kabel operatoren die men eventueel kan verplichten het eigen content product af te nemen. Een "bit" taks zou een veel effectiever en pragmatisch instrument kunnen zijn om de intellectuele "content" industrie te beschermen.

Arthur Cordell die als eerste het idee van de bit taks vorm gaf(3), ziet de invoering van een bit taks als iets transparent, uitermate eenvoudig in te voeren en gemakkelijk te innen. Geint door de telecom operators; satelliet netwerken en kabelssytemen kan het op eenvoudige manier toebedeeld worden aan de nationale bealstingsdiensten van individuele landen, mogelijk zelf supra-nationale autoriteiten, zoals de EU.

Een "bit" taks roept wellicht zoals alle andere nieuwe belastingsconcepten heel wat vragen op. Wat is de macro-economische impact van deze belasting; is het een progressieve of regressieve belasting; nationaal of slechts internationaal toepasbaar. Wat is de optimale belastingsvoet: Cordell heeft het over $ 0.000001 cents per bit, zonder al te goed te weten wat dit effectief zou betekent in termen van totale inkomsten(4). Tenslotte, wat zal de invloed zijn op de verdere spreiding en het gebruik van informatietechnologie? Wat dit laatste betreft, zal het duidelijk zijn dat de groep met de vraag naar verder onderzoek over dit onderwerp niet de indruk wilde wekken dat nog voor de informatiemaatschappij enige productiviteit of groei in Europa heeft laten zien, men al denkt aan een belasting op informatiestromen.

Het valt mijn inziens sterk te betwijfelen of veel gebruikers over zouden stappen tot het rondsturen van document of het communiceren via telefoon of brief, mocht er een bit taks komen. De nieuwe productkarakteristieken van het snel electronisch en digitaal communiceren zijn van een kwalitatief totaal andere aard dan de traditionelere communicatiesystemen. Integendeel misschien kan juist een bit taks ons wat meer behoeden voor de overinformatie waar we nu allen het slachtoffer van zijn geworden dank zij de nieuwe informatie en communicatietechnologie.

Luc Soete

1. Zie Building the European Information Society for Us All, First reflections of the High Level Group of Experts, DG V, Brussel, Januari 1996.

2. digitale televisiekanalen waarbij niet-live, "merged" producten worden aangeleverd aan verschillende zenders die deze verder kunnen bewerken.

3. Verwijzing Tobin zoals oorspronkelijk in HLEG

4. verwijzing berekeningen Tobin