E Pericoloso Salmone

Mijn Italiaans is uiterst beperkt. Uit mijn kinderjaren is mij het "e pericoloso sporgersi" bijgebleven, dat onder het raam in de trein vermeld stond: het is gevaarlijk uit het raam te leunen. Zalm is "salmone" zover volgt U mij hopelijk nog, zodat deze titel mij de gepaste Eurospeak leek voor een bijdrage over de Euro, Italië en onze Minister van Financiën, Gerrit Zalm. Voor de goede orde in het Italiaans zou het natuurlijk "un pericoloso salmone" moeten zijn (met dank aan Felice): een gevaarlijke zalm, maar het "e pericoloso" spreekt meer aan, het heeft iets waarschuwends, en waarom zouden we ons in Europa moeten houden aan Italiaanse taalregels, vandaar.

Plots, zo werd vorige week duidelijk, zijn we in de cruciale Euro maanden beland. Naarmate de nationale cijfers over begrotingstekorten publiek worden gemaakt, lijkt dat, afgezien van Griekenland, iedereen die maar wil mag meedoen aan de Euro. Het kan verkeren. Ik herinner mij nog het debat aan de vooravond van de EMU ondertekening met oud-minister de Korte: met Luxemburg als enigste land dat zich toen kwalificeerde, stelde ik dat de toekomstige Europese munt -- dat het een Euro zou worden wisten we toen nog niet -- Luxemburg eindelijk zijn eigen onafhankelijke munt zou terugbezorgen. Veel is intussen geschreven over zin en onzin van de EMU criteria en de Euro. Vorig jaar werd het pamflet van de 70 economen waaronder ondergetekende, nog weggewuifd als naïef en veel te laat, ook door minister Zalm (zie mijn bijdrage in deze krant "Het gelijk van de economen" van 22 februari 1997). Het bedrijfsleven had immers reeds miljarden geinvesteerd. Vandaag, drie maanden voor de uiteindelijke beslissing, is het politiek niet te laat om twijfels te laten horen over de Euro. Wat is er dan veranderd?

Wat veranderd is, is dat het vertrouwen van het publiek in een economisch gezonde en stabiele Euro aan het wankelen is gezet, al naar gelang de landengroep die mee doet meer landen vertegenwoordigt die weinig groei- en werkgelegenheidsdynamiek ten toon spreiden, terwijl juist landen die een veel dynamischer beleid volgen, de kat uit de boom kijken en niet willen meedoen. Zeg nu zelf hebt U meer vertrouwen in de club van Duitsland, Frankrijk, Italië of Spanje om mij tot de grote landen te beperken of in de club van Denemarken, Verenigd Koninkrijk of Zweden? Ik weet niet wat er in de vergadering maandag van de Ministers van Financiën in Brussel allemaal is gezegd, maar het feit dat het Italiaanse economische beleidsprogramma voor de komende jaren het hoofdonderwerp van de gesprekken vormde spreekt boekdelen. Italië vertegenwoordigt niet voor niets de boeman in de Eurovertrouwensbreuk. Niet omdat men zich plots bewust wordt van de Italiaanse creativiteit in overheidsboekhouding, wie wat anders verwacht had is pas echt naïef, maar omdat Italië de illustratie vormt van een veel fundamentelere, structurele financieringsproblematiek die zich op totaal verschillende manieren stelt in verschillende Europese landen en meest extreem in Italië: de toekomstige financiering van de welvaartstaat of zo U wil het Italiaanse WAO gat.

Italië kan op dit ogenblik wellicht best omschreven worden als een pensioenstaat. 14% van het Italiaanse BBP wordt uitgegeven aan pensioenen. Italië is het eerste land ter wereld dat de ratio 1 op 1 haalt van aantal pensioenbijdragenden t.o.v. aantal pensioengerechtigden. Met de vergrijzing zal deze verhouding in de komende decennia verder dalen. Bijkomende probleem hierbij is dat Italië ook nog één van de laagste fertiliteitscijfers kent. De toename in vrouwelijke arbeidsparticipatie over de laatste decennia is in Italië, in tegenstelling tot de Scandinavische landen maar ook Nederland, gepaard gegaan met wat sociologen omschrijven als een "fertiliteitstaking": vrouwen hebben het kinderen krijgen verruild voor het werken, ook al blijft de arbeidsparticipatie uiterst laag. Wellicht ligt het niet in de aard van de Italiaanse man om op kinderen te passen of huishoudtaken te doen, feit is dat Italië, met België de laagste graad van deeltijdarbeid kent. Nederland de hoogste. Gecombineerd leidt dit alles tot wat soms omschreven wordt als de pensioenbom onder het Italiaanse welvaartssysteem. Uiteraard zullen andere Eurolanden nooit rechtstreeks hoeven mee te betalen aan Italiaanse pensioenen en zal Italië uiteindelijk zelf dit structurele probleem moeten aanpakken, Euro of geen Euro. Maar dat getwijfeld kan worden aan de duurzaamheid van het Italiaanse begrotingsbeleid alle boekhoudkundige creativiteit ten spijt, lijdt geen twijfel.

Het Italiaanse geval illustreert ten overvloed waaraan het tot op heden gemankeerd heeft in het streven naar een Euro. Juist onder invloed van Financiën en centrale banken heeft men zich blind gestaard op financiële criteria zonder oog te hebben voor criteria van echte, reële convergentie. Daarbij wreekt zich dat juist in dit land met zijn natuurlijke spaarzaamheid en zorg voor de verre toekomst, nooit een politieke discussie rond de Euro heeft plaats gevonden. En dat straks enkele weken voor de verkiezingen, Nederland effectief verplicht zal worden zijn gulden in de hofvijver te gooien. Dat Zalm dan ook in die vijver zwemt zal de burger een grote troost wezen.

En wat met die brave Duisenberg denkt U dan. Wat nu wel zeker is, is dat de kansen op een Italiaans veto sterk zijn toegenomen. Tenzij, ja tenzij dit alles een Machavelliaans politiek spel is en dat straks dankzij Zalm's Italiaanse dreigingen, Duisenberg toch die fel begeerde ECB voorzitterstoel krijgt in ruil voor de gulden. Kan ie straks van zijn verdiend pensioen genieten in Euro's en waarom niet in Italië.