Vrouwen

Vorige week was ik op bezoek bij de Aegean universiteit in Chios, een Grieks eiland vlak voor de Turkse kust, waar Homeros ooit leefde. Met een totale oppervlakte ongeveer gelijk aan die van Limburg wonen er 50.000 Chioten. Aan de overkant zie je de heuvels van Anatolië en op een half uurtje varen de lichten van Izmir, een Turkse stad met ruwweg 5 miljoen inwoners. Nergens anders voel je beter de immigratiedruk en tezelfdertijd de toenemende vergrijzing van Europa. In de vorige eeuw telde Chios meer dan 100.000 inwoners. De invloed van bevolkingsdynamiek op de economische groei van een land wordt zeker in Europa nog steeds onvoldoende erkend.

In de fase waarin de bevolkingsgroei afneemt, zoals bij ons na de na-oorlogse baby boom, vertalen de voordelen van een lagere bevolkingsgroei zich rechtstreeks in een hoger inkomen per capita. Het nationale inkomen wordt nu immers verdeeld over een bevolking die minder niet-werkende jongeren telt. In ontwikkelingslanden die hun hoge bevolkingsgroei snel onder controle kregen zoals Korea en China, leidde dit tot spectaculaire toenames in het Bruto Binnenlands Product per hoofd van de bevolking. Er is niet alleen meer inkomen per kind beschikbaar, er is ook binnen de gezinnen meer tijd om zich met de opvoeding van elk kind bezig te houden. De daling in aantal kinderen per gezin leidt dus niet alleen tot een sterke stijging in het nationale inkomen per capita omdat het aantal zogenaamde "inactieven" daalt, maar ook omdat het opleidingsniveau en meer algemeen het menselijk kapitaal dankzij betere familiale zorg en begeleiding stijgt.

Min of meer het omgekeerde doet zich voor wanneer landen geconfronteerd worden met vergrijzing, zoals Europa nu en in de komende decennia. De ouderenlast komt te liggen op de schouders van een steeds kleinere actieve bevolkingsgroep die ook niet de tijd heeft om zich met zijn ouderen bezig te houden. Niet voor niets voeren wij nu een debat over euthanasie. De productiviteit en efficiëntie van de actieve kan dan nog wel verder stijgen, het BBP per capita zal eerder de neiging hebben te dalen: per hoofd van de bevolking wordt minder geproduceerd. Maar ook vanuit het perspectief van menselijk kapitaal zal zich wellicht een kentering voordoen. Naarmate ouderen een steeds groter deel, en jongeren een steeds kleiner deel van de bevolking uitmaken, kan verwacht worden dat ook het menselijk kapitaal van een land niet langer zal stijgen en het bestaande kennis- en kwalificatieniveau van de bevolking mogelijk zelfs niet in stand gehouden kan worden. Een interessante vraag die zich stelt is in hoeverre we hiervan nu niet reeds de eerste tekenen zien. Het valt bij voorbeeld op dat het juist de ontwikkelde landen zijn met de grootste groep jongeren in hun bevolkingspiramide, of het nu als gevolg is van eigen bevolkingsdynamiek of door actief immigratiebeleid, zoals Ierland, Canada of de Verenigde Staten die het afgelopen decennium de grootste groeidynamiek hebben gekend, terwijl de meest vergrijzende landen zoals Japan en Duitsland de minste groeidynamiek hebben gekend. Als je in Dublin, Toronto of New York door de straten loopt, zie je praktisch het verschil in bevolkingsstructuur met onze contreien.

In ontwikkelingslanden is de situatie, niet verwonderlijk, anders. Van alle sociaal economische indicatoren is die van vrouwelijke geletterdheid - literacy - de indicator die statistisch het duidelijkst gerelateerd is aan economische groei en ontwikkeling. Niet voor niets werd Eva verleid met de appel van de verboden boom van de kennis. Eva werd verleid door haar ingeboren nieuwsgierigheid, Adam nam ongetwijfeld de eerste hap om indruk te maken. Maar ik wijd eens te meer uit. Landen met hoge percentages vrouwelijke geletterdheid worden systematisch gekenmerkt door een hogere groei dan landen met lagere percentages. Onderontwikkeling en armoede worden als het ware gekenmerkt door hoge vrouwelijke fertiliteit: de rol van de vrouw als "baarmoeder" van kinderen met als gevolg een min of meer permanente uitsluiting uit het inkomensproces. De geboorte van een jongen wordt dan ook algemeen als positief ervaren, die van een meisje als een financiële ramp. De mogelijkheden tot geslachtskeuze zullen ongetwijfeld in heel wat ontwikkelingslanden tot vrij dramatische gevolgen leiden. Recente cijfers over de geslachtsverdeling van de bevolkingsaanwas tonen aan dat zich dit nu reeds aan het voordoen is. Meisjes worden schaars. Vanuit ontwikkelingsperspectief spelen echter juist meisjes en hun scholing een essentiële rol. Uit de meeste ervaringen met ontwikkelingshulp blijkt dat geld geven aan mannen veelal weggegooid geld is, terwijl geld geven aan vrouwen praktisch altijd rendeert. De scholing van meisjes en vrouwen is dan ook de motor achter economische ontwikkeling. Ook bij ons in de toenemende diensteneconomie worden vrouwelijke kwaliteiten belangrijker dan mannelijke: er doet zich een feminisering voor van de economie met een toenemend belang van soft skills, sociale en communicatievaardigheden, inlevingsvermogen in andere mensen, andere culturen.

Kortom, ook voor economen zou wel eens kunnen gelden: "chercher la femme".

Luc Soete