De restzak: het Maastrichtsyndroom

Zoals vele anderen heb ik de tijd tussen Kerst en nieuwjaar doorgebracht met het verzamelen, sorteren en weggooien van oude rommel. In een stad als Maastricht verzamel je in 15 jaar veel rommel. Oude carnavalsattributen zoals mijn wolvenstaart of dinosaurusschubben die de zware slijtage van die vele carnavalsdagen niet hebben doorstaan. Heel wat archeologen onderzoeken de gewoontes en gebuiken van vroegere beschavingen aan de hand van hun overgebleven rommel en afval. Dat belooft als straks, bij de volgende millenniumwisseling, ik houd van ver vooruitkijken, archeologisch onderzoek gedaan wordt naar wat zich bij de vorige millenniumwisseling in het Maastrichtse voordeed. Debatten zullen gewijd worden aan mogelijke verklaringen voor de plotse, dramatische overvloed aan rommel. Waren de lokale ingezetenen plots bevreesd voor het nieuwe millennium, of wilden ze de nieuwe tijd beginnen met een schone lei? Misschien is er wel een expert bij die denkt dat het een bewijs was van de enorme destructie en chaos van de millenniumbug. We zullen het nooit weten. Het is, dat zal U ook wel gemerkt hebben, moeilijk afscheid te nemen van rommel. Rommel kleeft, tenzij, ja tenzij het plots geld kost. Dan plots komt de bereidheid afscheid te nemen van zelfs de meest unieke rommelobjecten. Mijn dank dus aan het gemeentebestuur van Maastricht.

Intussen zitten jullie en ik opgescheept met onze mooie, beroemde en schaarse auberginekleurige kunstzakken. Het zijn unieke, nogal wat ouderwetse producten, gemaakt in België, met zo'n metalen sluitertje waarin we nu met zijn allen sinds 1 januari onze restafval dumpen. Mijn keuken ziet er tegenwoordig uit als een milieuperron: naast de container voor glas, papier en karton, is er nu ook een container voor de bier -en conserveblikjes, een container voor de melk- en andere geplastificeerde cartons, een container voor het klein chemisch afval, die heb ik nog nooit leeggemaakt, en buiten de container voor groente-afval. Elke dag zijn we bezig stukjes aluminiumpapier en andere plastic omhulsels van papier en karton te verwijderen, koordjes en etiketjes los te knippen. Het roept herinneringen op aan mijn jeugd toen je met veel geduld de zilveren aluminiumstripjes van het papier rond de chocoladerepen lospeuterde.

Toen kwam afgelopen donderdag de vuilniswagen om de nu lichte restzak op te halen. Fout. Te laat het bed uit. Bij gebrek aan op te halen auberginezakken reed de restzakwagen, want zo heet die nu, zo snel zijn ronde dat ik, nog in bed, de wagen hoorde voorbijrazen. En zo staat nu naast de verschillende containers ook nog de restzak in de keuken. Gelukkig is er nog het milieuplatform waar ik mijn mooie restzak kwijt kan. Het milieuplatform is echter bij ons sinds 1 januari gesloten, omgevormd tot milieuperron waar je geen restzak kwijt kunt, ook al heb je er nu 1 Euro ofwel 2,2 gulden voor betaald. We moeten dus wachten tot de volgende ronde binnen twee weken. En zo is mijn restzak, zoals mijn vrouw zegt, "le sac" geworden "qui reste". Het afvalbeleid van de gemeente is er één, zo lezen we in de afvalkalender, van zelf brengen, 24 uur per dag, op loopafstand van de woning. In 2005 zal het allemaal ondergronds geregeld zijn... Hoeft geen commentaar.

Maar nu even wat basiseconomie, uiteindelijk ben ik toch economie-hoogleraar. Stel dat ik alles gewoon dump in die mooie vuilniszak. In plaats van die éne zak om de twee weken heb ik er nu drie nodig. Stel ook dat ze niet langer schaars zijn en ik ze zonder al te veel poblemen kan bemachtigen. Wij, economen, houden van veronderstellingen, ook de minst realistische. Dat kost mij dan in 2001 in plaats van 26, 78 restzakken, een meerkost van 52 zakken à 2,2 gulden of 114,4 gulden. Nu heeft Jan Hoen, onze lokale "horeca-hero" onlangs voorgesteld om de prijs van de pils in Maastricht te verhogen van 2,2 gulden, één restzak, tot 4,4 gulden, twee restzakken. Stel nu dat U een echte carnavalvierder bent en "drei daog laank" flink meehost en meezuipt. Ik denk niet dat ik overdrijf als ik het verbruik van de gemiddelde carnavalvierder op zo'n 18 pils per dag schat; aan Hoen's pilstarief een meerkost met carnaval van zo'n 54 restzakken. De oplossing ligt dan ook voor de hand: met carnaval krijg je van de Maastrichtse horeca bij elke pils een restzak: kun je aandoen als het regent, kun je in kotsen, kun je pils mee kopen, mee naar huis nemen of gewoon laten rondslingeren, de gemeente komt ze straks hoe dan ook gratis ophalen. Kortom, daar waar de Euro straks Europa's internationaal betaalmiddel wordt, heeft Maastricht een jaar vroeger al een eigen, nieuw lokaal betaalmiddel uitgevonden: de restzak.

Luc Soete