De anticonceptie van Organon

Terwijl in Den Haag de politiek haar strategische spelletjes speelt, zindert de sluiting van de onderzoeksafdeling van Organon BioSciences door het Amerikaanse moederbedrijf Merck Sharp & Dohme (MSD), beter bekend als Merck, nog steeds na. Het in één klap schrappen van de banen van alle 1.100 onderzoekers, is voor een land met een relatief kleine private onderzoeksinfrastructuur zoals Nederland ongekend. Als de sluiting doorgaat, betekent het een daling in het totale private Nederlandse onderzoekersbestand van bijna 5%. De sluitingen destijds van de onderzoeksafdelingen van Lucent, Ericcson, of zelfs van KPN met de gedeeltelijke overdracht naar TNO, waren in vergelijking tot wat nu dreigt te gebeuren klein bier. Hoe is het zover kunnen komen?

Eerst en vooral was er natuurlijk de, zoals nu blijkt, toch wel fatale last minute beslissing van Hans Wijers drie jaar geleden om Organon toch niet naar de beurs te brengen maar aan het Amerikaans Schering-Plough te verkopen voor € 11 miljard. Een heel mooi bedrag voor de Akzo-Nobel aandeelhouders maar hoeveel precies een Organon beursgang in 2007 zou opgebracht hebben, gegeven de toenmalige financiële hausse, blijft ongewis. De schatting was toen 9 à 10 miljard maar de beurs “roadshow” rond de Organon beursgang moest nog op gang komen. De onvrede bij de Organon directie was destijds bijzonder groot. Duidelijk is dat de snelheid van de verkoopbeslissing aan Schering-Plough niet gunstig is geweest voor de uitwerking van een aantal garanties rond het behoud van de onderzoeksactiviteiten van Organon. Onderzoeksactiviteiten die toch in niet onbelangrijke mate tot stand waren gekomen dankzij Nederlandse overheidsteun. Dat de 11 miljard van Schering-Plough, Akzo-Nobel toeliet het Britse ICI op te kopen en zo dé wereldleider te worden in de verfsector, heeft de Nederlandse kenniseconomie amper iets opgebracht. Integendeel, Akzo verrichtte in 2008 in Nederland nog amper € 67 miljoen aan onderzoek, Organon Biosciences € 400 miljoen. 400 miljoen die nu verdwijnt naar de VS, Frankrijk en Zwitserland. Met verf wordt Akzo misschien rijk, Nederland niet.

Ten tweede, zijn er de toenemende onzekerheden die zich stellen binnen het pharma onderzoek zelf. De pharmasector is er één waarvan de uitkomsten van onderzoek gemakkelijk kopieerbaar zijn. De ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen is slechts rendabel dankzij de toekenning van octrooien. In principe gedijt privaat onderzoek goed in zo'n omgeving. Bedrijven zijn bereid te investeren in risicovolle onderzoeksactiviteiten omdat er bij succes binnen de beperkte periode van het octrooi, en zeker wanneer het om breed toepasbare geneesmiddelen gaat, forse monopoliewinsten gerealiseerd kunnen worden. Maar blockbuster geneesmiddelen vinden wordt steeds moeilijker en de onderzoeksrisico's steeds groter. Grote pharma bedrijven hebben het moeilijk voldoende nieuwe medicijnen te ontwikkelen om de steeds grotere onderzoeksomvang uit eigen winsten te financieren. De schaalvergroting op wereldniveau die het pharma onderzoek de laatste jaren gekend heeft, lijkt dan ook steeds meer op een vlucht vooruit: uit eigen onderzoeksfalen wordt gezocht naar nieuwe overnames. Zo ook de overname van Schering-Plough door Merck: de Organon onderzoekspijplijnen worden opgekocht en zullen elders hopelijk sneller renderen. In die zin biedt het verdwijnen van Organon ook nieuwe mogelijkheden: mogelijkheden voor kleine pharma bedrijven om zich te richten op specifieke niches b.v. als toeleverancier van nieuwe moleculen richting grote pharma bedrijven. Maar of dat Organon - toch vooral bekend als producent van anticonceptiemiddelen - hiervoor voldoende “fertiliteit” biedt, blijft natuurlijk de vraag. Duidelijk is dat het verdwijnen van de 1.100 jobs bij Organon niet gelijkgeschakeld kan worden met zuivere kapitaalvernietiging: de onderzoekers zijn er nog steeds, ze hebben nog steeds de kennis en men kan proberen deze elders op andere manieren te gelde te maken.

De derde factor is echter zonder meer het falende Nederlandse kennisbeleid. Dat de Franse president succes had met zijn telefoontje naar Merck-topman Clark had weinig van doen met wat er aan de telefoon gezegd werd, dan wel met de vaststelling, die Clark wellicht al veel vroeger had gedaan, dat de onderzoekskosten in Frankrijk de laagste zijn in Europa en dankzij belastingsaftrek op onderzoekskosten tegenwoordig zo'n 35% lager liggen per onderzoeker dan in Nederland. Maar of iemand zich dat in Den Haag realiseert?

Luc Soete

7 augustus 2010