Een visionaire Troonrede

Nergens anders zult U er over kunnen lezen, het kabinet heeft de pers immers een absoluut embargo opgelegd tot aanstaande dinsdag, maar dankzij mijn goede relaties met de Limburgse kamerheer – lang leve de Limburgse vriendenrepubliek! – heb ik stiekem beslag kunnen leggen op wat op het eerste zicht aantekeningen lijken te zijn op een eerste versie van de Troonrede. Of U er iets van zult horen aanstaande dinsdag, kan ik echter niet garanderen en of het de opinie van Hare Majesteit of misschien wel die van mijn Limburgse kamerheer is, weet ik ook niet. Maar hoe dan ook interessant want het geeft inzicht in de nieuwe opzet van het kabinet waarbij de koningin op Prinsjesdag een wat meer ‘visionair verhaal’ mag vertellen. Ik beperk me hier tot enkele korte passages over de economische situatie:

“Leden van de Staten-Generaal, vorig jaar mocht ik U hier nog toespreken dat Nederland zelfbewust en met vertrouwen inspeelde op de toekomst. Dat dankzij de inspanningen van de afgelopen jaren de Nederlandse economie er relatief goed voor stond: een lage werkloosheid, een stijgende koopkracht, een solied pensioenstelsel en andere sociale voorzieningen. Mijn kabinet deed me zelfs zeggen dat we in 2009 een overschot op de begroting zouden realiseren van meer dan één procent zodat de staatsschuld verder zou dalen tot een bedrag minder dan 40% van ons Bruto Binnenlands Product. Zoals ik hier vorig jaar met enige fierheid mocht stellen: “Dit biedt ruimte om de kwaliteit van de zorg en de financiering van de AOW op lange termijn veilig te stellen”. Helaas, pindakaas! De realiteit is dat we dit jaar, zo vertellen mijn rekenmeesters van het CPB mij nu, geen begrotingsoverschot zullen hebben maar een tekort van om en nabij de 5 procent; volgend jaar zelfs van meer dan 6 procent. Dat de staatsschuld groeit als kool, na Ierland het snelst van de hele Europese Unie: vorig jaar met 85 miljard, het komende jaar met 100 miljoen per dag. In 2010 zal onze staatsschuld niet onder de 40% maar boven de 66% uitkomen...

Leden van de Staten Generaal, ik voel mij hier, als U het mij toestaat uit de grond van mijn hart te spreken, voor schut gezet. Vorig jaar voelde ik al wat nattigheid toen mijn minister van Financiën in zijn Miljoenennota aangaf dat Nederland goed bewapend was om de financiële crisis aan te pakken, dat het Nederlandse toezicht op banken tot het beste ter wereld behoorde en dat onze lokale overheden hun overtollige liquide middelen uiterst zorgzaam belegd hadden, ook al was dat in het verre IJsland. Laat ik er vandaag geen doekjes om winden: in gelijk welk normaal bedrijf zou na zo’n resultaat de betrokken bedrijfsleiding onmiddellijk de wacht aangezegd zijn, maar dan zou ik U wellicht ook naar huis moeten sturen want U hebt blijk gegeven van onvoldoende wijsheid. Maar goed: zand erover. Leden van de Staten Generaal, nu  ik hier gevraagd wordt U ditmaal te vertellen over de gloom en doom van wat ons in 2010 te wachten staat, wil ik echter geen tweede keer voor schut gezet worden. Ik weiger dit dan ook te doen. Een korte parenthese. Mijn Britse collega, Elizabeth de tweede, had vorig jaar bij haar bezoek aan de London School of Economics zo langs neus en lippen gevraagd waarom niemand onder dit elite korps van economen de crisis voorzien had. Terloops, en als ik U iets uit de intimiteit van de Europese koningshuizen mag verklappen, zij was op het idee gekomen die vraag te stellen toen bij haar aankomst het “God Save the Queen” gespeeld werd, en Charles – ah die Charles zo’n rakker! – tegen haar mompelde “God save the economists...” 

Maar of het slim was? Het antwoord van de Britse economen loog er niet om. Straks moet er nog iemand bij Buckingham Palace ingehuurd worden om een overzicht te schrijven over alle verschillende antwoorden. Maar terzake. Leden van de Staten Generaal, ik ben zo vrij het advies en de berekeningen van mijn kabinet en haar rekenmeesters aan mij voorbij te laten gaan... Ik verwacht voor 2010 een groei van niet minder dan 3%. Toegegeven, de begroting zal zeker nog niet in evenwicht zijn, daarvoor is de stijging in rentelasten op onze afgelopen jaar zo dramatisch toegenomen staatsschuld nu veel te hoog, maar met deze groei kan een start gemaakt worden met een versnelde exit strategie uit de financiële sector en kunnen onze overheidsfinanciën ook weer versneld op orde komen. En voor de economen onder U, neemt U van mij aan dat deze persoonlijke inschatting hoe dan ook beter is dat deze van vorig jaar.”

Luc Soete
11 september 2009