De financiƫle crisis: 911 in 2008

Het is ongetwijfeld nog te vroeg om te stellen dat de beurzen het ergste achter de rug hebben. Maar na de goedkeuring afgelopen woensdag door de Amerikaanse senaat en gisteravond door het Huis van Afgevaardigden van het aangepaste noodpakket aan maatregelen om het ‘besmette’ kapitaal van de vele Amerikaanse financiële instellingen ten belope van $700 miljard over te nemen, lijkt tenminste wat de financiële aandelen betreft, weer wat rust teruggekeerd op de beurs. De impact op de reële economie moet zich nog grotendeels doen voelen en zal ongetwijfeld daar, zowel bij private als publieke bedrijven, hard aankomen. Maar dat zal de toekomst uitwijzen. Tijd nu om in de relatieve luwte wat eerste lessen te trekken uit de gebeurtenissen van afgelopen week en maand.

Op eerste zicht lijkt er weinig verschil tussen de manier waarop men in Amerika en Europa is omgegaan met de dramatische omvang van de crisis en de uiteindelijke “socialisering” van het toxic waste kapitaal van de vele bankinstellingen . Zowat overal ter wereld was de overheid bereid, tegen alle geldende principes van een vrije markteconomie in, bij te springen om met het geld van ons allen, de rijke, dikwijls roekeloze, banken van de ondergang te redden. Straks zitten we dus met zijn allen opgescheept met al die grotendeels oninbare schulden. De socialisering van schulden in zijn Amerikaanse vorm zoals de feitelijke overnames van Fannie Mae, Freddie Mac en verzekeraar AIG, of het nieuwe reddingsplan van Hank Paulson zijn echter toch wel heel verschillend van wat men het Rijnlandse socialiseren zou kunnen noemen, zoals je de gedeeltelijke nationalisatie vorig weekend van Fortis door de Benelux landen, nadien Dexia van België, Luxemburg en Frankrijk en Hypo Real Estate van Duitsland.

In het geval van de reddingsoperaties van de Amerikaanse overheid ging het in de eerste plaats om een oplossing te vinden voor een kredietcrisis als gevolg van de tomeloze consumptiedrang van de Amerikaanse burger. De laatste jaren was die drang ook uitgedijt richting de wat minder begoede Amerikaanse klasse die haar droom op een steeds groter huis dankzij lage instaprente, een variabele hypotheeklening en snelle doorverkoop met veel winst, dacht gerealiseerd te zien. Voor de cynicus vormt de huidige subprime hypotheekcrisis dan ook de perfecte illustratie dat de Amerikaanse droom van succes voor de meeste minder begoede Amerikanen altijd een droom zal blijven: too good to be true. Arm zijn is duur, armen van diensten voorzien zoals geoormerkte financiële leningen ook. Zoals het gebruik van micro-kredietfinanciering in ontwikkelingslanden aantoont, houdt juist het hoger kredietrisico van armen in dat een hogere premie zal geheven moeten worden met veel strictere voorwaarden rond afbetaling, veelal vrouwelijke zelfhulpgroepen die elkaar bijpsringen en adviseren, etc. In die zin zou de Amerikaanse overheid er goed aan doen wat kennis van microfinanciering bij Fannie Mae en Freddie Mac in te brengen. De term “socialisme” lijkt me hier dan ook verkeerd gekozen. Het is juist om de meer begoede klasse te verzekeren van toekomstige hypotheekleningen aan goedkope vaste rentetarieven dat van overheidswege ingegrepen werd.

Het Rijnlandse ‘socialisme’ daarentegen heeft weinig van doen met liquiditeitsproblemen bij Europese banken als gevolg van enige Europese consumptiedrift. Integendeel de tussenkomst lijkt in de eerste plaats gericht op het vrijwaren van de constante toeloop van spaarcenten bij instellingen als Fortis. Instellingen zoals het ASLK, de voorloper van Fortis, waarbij elke Belg bij geboorte als het ware een spaarboekje meekreeg en die op het levenlang sparen van de gewone man of vrouw konden rekenen. Een  run op de bank was totaal onvoorstelbaar. Vanuit deze optiek was de (gedeeltelijke) ‘nationalisatie’ van Fortis en Dexia absoluut noodzakelijk al was het maar om het nationale “Rijnlandse” voordeel van een spaarzame bevolking te behouden. De Amerikaanse kredietcrisis mocht geen Europese spaarcrisis worden...

In die zin zijn de verschillen in de huidige financiële crisis ondanks de uitdijende, globale systeemeffecten, opvallend en illustratief voor de grote verschillen in economisch consumptie- en spaargedrag tussen de VS en Europa. In de VS is de al lang verwachtte financiële crisis het gevolg van een verdere veralgemening van leven op krediet nu ook tot groepen met een steeds hoger risicoprofiel. In Europa betaalt men, ondanks de na-oorlogse spaarzaamheid van de babyboomers, de prijs voor het gebrek aan eigen, risicovolle financiële investeringen.

Voor de economoon blijft het paradoxaal dat al die Europese spaarcenten nog steeds hun weg zoeken naar risicovolle financiële producten die dienen ter ondersteuning van de consumptiedrift van het rijkste land ter wereld en niet ter ondersteuning van de investeringsbehoeftes in de armere delen van de wereld. Misschien iets voor graaf Lippens om op zijn ziekbed over na te denken. En als U zich afvraagt wat met uw spaarcenten te doen, ga eens langs bij: http://www.myc4.com/Portal/Default.aspx

Luc Soete

4 oktober 2008