Medailles in Beijing

Gisteravond is het Olympische spektakel in Beijing eindelijk begonnen. Met meer dan tienduizend atleten in zo’n 300 verschillende sportonderdelen breken deze Olympische Spelen al een eerste wereldrecord: dat van participatie. Van atleten bedoel ik, niet van politici. Volgens de Groningse economen Kuper en Sterken zal Nederland deze keer vier gouden, zeven zilveren en negen bronzen medailles winnen, minder dus dan de dertig medailles die de Nederlandse “chef de mission” vooropgesteld heeft. En China klopt definitief de Verenigde Staten wat het behalen van het totaal aantal gouden medailles betreft: 47 tegenover 29. Voila, zo moet U geen twee weken lang dag en nacht gekluisterd zitten aan uw televisiescherm, het is allemaal al door economen berekend [1]. En als U mij niet gelooft, verwijs ik graag even terug naar vier jaar geleden... Dit is nu één van de grote voordelen bij het schrijven van opiniebijdragen over een wat langere periode in deze krant. Je bijdragen van vier jaar geleden zijn zo, met wat kleine wijzigingen, klaar voor hergebruik. Ik heb er hier intussen al drie Olympische Spelen opzitten, mogelijkheden dus te over.

Hoe dan ook, vier jaar geleden voorspelden, ja diezelfde Groningse economen dat Nederland in Athene slechts vier gouden plakken zou halen. Om de toch wel enigszins gedurfde aard toendertijd van deze voorspelling wat scherper naar voor te brengen, is het wellicht nuttig in herinnering te brengen dat de Nederlandse medailleoogst vier jaar voordien in 2000 in Sydney liefst twaalf gouden plakken bedroeg. De Nederlandse verwachtingen in Athene waren dan ook hoog gespannen. Maar precies zoals door de economen voorspeld, werden het in Athene slechts vier gouden plakken voor Nederland. Om die sombere voorspelling destijds te verklaren moest ik er zelfs de omhelzing bijhalen van de voorzitster van NOC*NSF die de Nederlandse deelnemers bij winst te wachten stond. De Vereniging van Depressieven, de VvD, had Mevrouw Terpstra destijds gesmeekt “een waardige, ingetogen bobo-houding aan te nemen.” Op depressieven zou, aldus de VvD “haar verpletterende uitbundigheid en ongeremde enthousiasme een averechts effect” hebben. Depressieven zouden er van doordrongen worden “haar hoge peil van vrolijkheid nooit te zullen halen” waardoor zij zich ontmoedigd en geestelijk moe zouden gaan voelen. En op de atleten dan, vroeg ik me destijds af? Als iemand die alleen maar zat te kijken al zó uitbundig kon raken van wat een ander presteert, hoe zouden de atleten dan nog hun uitbundigheid kwijt kunnen. Ik vreesde toen zelfs dat de VvD straks met 21 gemedailleerde bijkomende depressieven zou zitten..

Maar terug naar mijn Groningse collega’s. Hoe kunnen economen zo precies medaillewinst voorspellen? Onderzoeken ze elk van de Nederlandse deelnemers’ kansen op een medaille en wegen ze die dan af ten overstaan van de belangrijkste concurrenten? Verre van: van enige sportkennis is geen sprake. Voor Kuper en Sterken is het allemaal heel eenvoudig: “men kan de sportieve prestaties van een land opvatten als het rendement op een portefeuille van niet-waarneembare investeringen in verschillende sportonderdelen” en berekent dan “de verwachte waarde van de portefeuilles van de deelnemende landen”... Misschien vraagt U zich enigszins vertwijfeld af waarom al dit economisch talent niet gebruikt wordt om financiële voorspellingen te doen over bijvoorbeeld, ik noem maar iets, de kredietcrisis. Wel dit is nu een andere interessante economische beschouwing: omdat universitaire economen het niet doen voor het geld... waarom zouden ze anders aan een universiteit werken?

Kortom, universitaire economen zijn juist zoals al die tienduizend deelnemende atleten. Meedoen is belangrijk; winnen, in tegenstelling juist tot wat economen denken, niet echt, tenzij dan voor de Nederlandse “chef de mission”.

Luc Soete

9 augustus 2008


[1] De top 30 van de medaillespiegel voor de Olypmpische Zomerspelen van 2008 in Beijing. (Bron: ESB)

 

  Land Goud Zilver Brons
1 China 47 18 11
2 Verenigde Staten 29 31 25
3 Rusland 22 23 30
4 Australië 14 13 16
5 Duitsland 12 15 19
6 Japan 12 9 13
7 Frankrijk 10 10 12
8 Italië 9 10 12
9 Verenigd Koninkrijk 9 9 13
10 Korea 8 10 9
11 Oekraïne 8 6 8
12 Cuba 7 6 8
13 Hongarije 7 6 5
14 Griekenland 6 6 4
15 Roemenië 6 5 5
16 Brazilië 5 3 4
17 Spanje 4 10 6
18 Nederland 4 7 9
19 Canada 4 7 4
20 Polen 4 4 7
21 Zweden 4 3 2
22 Noorwegen 4 1 2
23 Wit-Rusland 3 6 6
24 Turkije 3 3 3
25 Nieuw Zeeland 3 3 1
26 Tsjechië 2 4 4
27 Kazachstan 2 4 4
28 Oostenrijk 2 4 2
29 Bulgarije 2 2 7
30 Zwitserland 2 2 3
  Thailand 2 2 3