Eigen cijfers eerst

Sinds de nee stem tegen de Europese grondwet het won, heeft het Nederlandse kabinet de hoge nettobijdrage, die Nederland aan de Europese Unie afdraagt verheven als het ware tot nieuw “polder” bindmiddel tussen voor en tegenstemmers. Toch wel enigszins eigenaardig als je bedenkt dat het argument destijds van Minister Zalm om de Nederlandse burger juist aan te zetten vóór de Grondwet te stemmen, het feit was dat Nederland alleen dan effectief de Europese begroting zou kunnen blokkeren. Dat dát argument uiteindelijk grote lariekoek was, blijkt nu wel. Nog geen twee weken later. Nederland houdt het been stijf in Brussel en blokkeert het met Groot-Brittannië de Europese begroting.

De 600 miljoen euro “rebate” die de Luxemburgse premier Balkenende uiteindelijk voorstelde werd als veel te weinig beschouwd. Volgens het Nederlandse kabinet en zowat de hele Nederlandse media draagt Nederland netto zo’n 3 miljard euro per jaar aan Europa bij. 5 miljard wordt afgedragen aan Brussel en slechts 2 miljard ontvangen. Dat komt neer op een netto bijdrage, zo kunt U wellicht ook uitrekenen, op 181 euro per inwoner. Daarmee zou Nederland de hoogste netto betaler zijn van de hele EU. Zweden volgt, aldus de Nederlandse berekeningen, op grote afstand met netto 120 euro en dan Duitsland met 105. Een indrukwekkende, oneerlijke scheve verhouding die goed aanslaat bij het publiek en als balsem voor de verhoudingen tussen ja en neen stemmers wonderen doet.

De Nederlandse cijfers berusten echter op een grote dosis, creatief Europees boekhouden. In buitenlandse kranten had men het na de Europese top in Brussel over “Hollandsche rekenkunde”. De Nederlandse regering telt immers in wat zij beschouwt als haar nationale afdracht aan “Brussel” alle middelen mee die in Nederland geïnd worden. Dat omvat, naast een jaarlijkse bijdrage van het bruto nationale inkomen en een percentage van Nederlandse btw inkomsten, ook de douanerechten die rechtstreeks toevloeien aan de Europese Commissie. Dat is ook perfect logisch: wij zijn immers onderdeel van een Europese douane unie. Aan de buitengrenzen van die unie worden belastingen geheven op ingevoerde producten uit niet-Europese landen. Gezien de ligging van Nederland, distributieland weet U nog, spelen Rotterdam en Schiphol hier een bijzonder grote rol. Het CBS berekende nog onlangs dat 80% van de invoer in Rotterdam doorvoer was, ingevoerde spullen die rechtstreeks Nederland weer aan de ander kant van het land verlaten. Deze douane inkomsten hebben effectief niets te zien met een nationale afdracht zoals de Europese rekenmeesters al verschillende keren hebben laten weten aan het Nederlandse Ministerie van Financiën. Kortom, de douane inkomsten die in Rotterdam worden geheven op goederen die de Europese Unie binnenkomen doen voorkomen als onderdeel van een “Nederlandse” bijdrage aan Brussel lijkt op een staaltje creatief Europees boekhouden waar zelfs Enron en Ahold nog wat van kunnen leren.

Wat zijn dan de reële cijfers? Nederland draagt jaarlijks ruim 4 miljard af aan Brussel en ontvangt ongeveer 2 miljard. Die jaarlijkse netto 2 miljard afdracht betekent dat Nederland nog steeds de grootste netto-betaler per hoofd van de bevolking in de EU is: zo’n 120 euro, juist voor Zweden met 105 euro en Duitsland met 90 euro. De 600 miljoen euro “rebate” die de Luxemburgse premier Junker, Balkenende aanbood zou echter wel hebben betekend dat Nederland nog slechts 85 euro per hoofd van de bevolking zou bijgedragen hebben, ver onder het niveau van Duitsland en Zweden. De Nederlandse eis voor minimaal 1 miljard euro afdracht zou effectief betekend hebben dat Nederland nog 60 euro per hoofd van de bevolking zou betalen.

Het zorgelijke van dit alles is dat boekhoudcijfers nu ook de houding van Nederland tegenover de Europese Unie lijken te bepalen. Cijfers die zoals bijna altijd slechts één kant van de feiten weergeven, in dit geval het eigen gelijk. Over de inhoud van het Europese begrotingsvoorstel werd amper gesproken. Hoe het wel kan, toonde de Britse premier Tony Blair. Je van een volledig defensieve positie die met hand en tand de eigen Britse “rebate” verdedigde, nu opwerpen tot grote voorvechter van Europese hervormingen. Ook Nederland is dringend toe aan nieuw politiek leiderschap.

Luc Soete