De waarde van tolerantie

De Nobelprijs voor economie, neen niet de echte, maar die toegekend door de vereniging ter stimulering van onwaarschijnlijk onderzoek werd dit jaar uitgereikt aan het Vaticaan. De meeste bekende van deze verrassende, soms grappige Nobelprijzen was dit jaar die voor biologie, toegekend aan enkele Canadese en Zweedse onderzoekers voor hun ontdekking dat haringen, Clupea harengus, communiceren door winden te laten (Wahlberg M. & Westerberg H. (2003). Sounds produced by herring bubble release. Aquatic Living Resources. 16: 27-275). Het onderzoek werd destijds geïnspireerd door opmerkingen van de Noorse marine die vermoedde dat de veelvuldige luchtbellen die voor de Noorse kust verschenen afkomstig zouden zijn van Russische onderzeeboten. Niet dus, het zijn grote scholen van haringen die met elkaar communiceren en dat doen ze door winden te laten. De Nobelprijs voor economie heeft niet de aandacht van de media gekregen maar is daarom niet minder interessant. Het Vaticaan kreeg de Nobelprijs voor het uitbesteden van missen naar India, neen niet vrouwelijke schoonheden, maar de kerkelijke misdienst. In navolging van de “outsourcing” van software naar Bangalore, is Rome begonnen om het tekort aan priesters in de VS en Europa op te vangen door het uitbesteden van deze kerkelijke diensten met speciale verzoeken richting Kerala waar er priesters in overvloed zijn. Bisschop Sebastian Adayanthrath, hulp-bisschop van het Ernakulam-Angamaly diocese in Kochi, zegt, aldus de New York Times, dat zijn diocese maandelijks zo’n 350 mis-verzoeken krijgt die dan doorgestuurd worden aan behoeftige priesters. Voor geïnteresseerden, een mis ter herinnering b.v. van een overledene kost 4 euro. Tot op heden werd, ook bij ons, het tekort aan priesters opgevangen door immigratie. Vanuit het standpunt van missionering is dit natuurlijk de omgekeerde wereld. In vroegere tijden werden juist uit rijke landen missionarissen gestuurd naar de arme, minder ontwikkelde landen. Zo kwam bij ons Sint Servaas, beladen met geschenken uit het toen rijke Armenië en doet nog elk jaar Sint Nicolaas hetzelfde voor kinderen. Maar nu moet het bisdom Roermond en Utrecht in toenemende mate beroep doen op priesters uit India. En ook hier is Nederland niet echt populair tegenwoordig: liever naar Beieren waar het zakgeld naast gratis kost en inwoon al gauw een derde hoger ligt.

Kortom, de kerk lijkt al evenzeer onderworpen aan economische regels als gelijk welke andere activiteit: het “outsourcen” van kerkelijke diensten naar arme landen met priesterovervloed en anderzijds een actief immigratiebeleid van priesters uit die landen naar landen met priestertekort. Misschien kan ik hier straks nog een goede economie examenvraag uit halen. De Rooms Katholieke kerk is altijd vrij pragmatisch omgegaan met de economische en morele realiteit waarin ze opereert. Dankzij die flexibiliteit behoudt ze ook haar kans op lange termijn overleven. Meer algemeen heeft aanpassingsvermogen en maatschappelijke tolerantie een hoge economische waarde.

Enkele jaren geleden beschreef Richard Florida, een Amerikaanse economische geograaf, de succesfactoren van regionale dynamiek. Die hadden vooral te doen met de aantrekkingskracht die regio’s konden uitoefenen op wat Florida omschreef als “de creatieve klasse”, niet alleen technologisch hooggeschoolden maar ook andere creatieve groepen in de maatschappij: kunstenaars, schrijvers, ja zelfs journalisten. Naast de absolute omvang van een stad bleek tolerantie één van de belangrijkste factoren te zijn die de dynamiek van een stad kon verklaren. In zijn latere analyse van Europese regio’s en steden sprong Nederland, en Amsterdam in het bijzonder, er juist met betrekking tot deze factor sterk uit. Amsterdam en de andere “grote” steden in Nederland zijn relatief klein, de tolerantie echter verklaart aldus Florida de economische creatieve dynamiek van Amsterdam, en Nederland meer algemeen.

Florida’s rapport verscheen juist na de moord op Fortuyn toen Nederlandse politici en andere BNers vrij abrupt kennismaakten met dreig- en kogelbrieven. Het begrip multicultureel of politieke correctheid werd in korte tijd verheven tot scheldwoord, tolerantie in debat en discussies verdween als sneeuw voor de zon. Het rapport werd dan ook min of meer opzij gelegd. Nu, na de religieuze moord op Theo van Gogh, lijkt Florida’s analyse op zijn volle waarde geschat te kunnen worden. Florida biedt immers ook een mogelijke verklaring voor de dramatische en vrij plotse kentering in de Nederlandse en ook grootstedelijke groeidynamiek sinds de moord op Fortuyn. Niet dat daarnaast geen andere van de meer traditionele factoren ook een belangrijke rol zouden spelen, zoals ik hier al vele keren heb betoogd. Maar ergens leidt het weinig twijfel dat de aantrekkingskracht van Nederland voor “creatievelingen” vrij sterk en negatief beïnvloed wordt door fysiek geweld, en met name dan door een politieke en religieuze moord en de sfeer van intolerantie die gepaard gaat met deze gebeurtenissen.

Tolerantie is met andere woorden een belangrijk economisch goed dat gekoesterd dient te worden. In de formele wettelijke erkenning zoals het recht op abortus, op euthanasie, op homo huwelijk leek Nederland voorop te lopen wat tolerantie betreft. En ook was er natuurlijk een traditie van gedoogbeleid. Maar de scheidingslijn tussen tolerantie en laksheid enerzijds en tolerantie en kwetsende ”vrije” meningsuiting heeft men de laatste jaren steeds moeilijker weten te leggen. Daar lijkt men nu een zware prijs voor te betalen.

Luc Soete