Drie procent van Zalm

Het zit Balkenende echt niet mee. Aanstaande dinsdag zal Hare Majesteit nogmaals uit de doeken doen hoe slecht het wel gesteld is met onze economie. Hoe de broekriem aangehaald moet worden, er een pas op de plaats gemaakt moet worden, het de hoogste tijd is voor bezuinigingen. Het is de nieuwe economische wijsheid: wanneer het economisch slecht gaat, kun je als overheid er evengoed een schepje bovenop doen, niemand merkt het verschil. En zo komt het dat de minister van Financiën eindelijk zijn tanden kan zetten in wat dan de excessen heet van het Nederlandse sociale model. Now is the moment, moet Zalm de afgelopen maanden gedacht hebben. Ministers van Financiën in tijden dat het goed gaat, hebben weinig beleidsinvloed. Hooguit kun je aan de hand van wat vuistregels proberen te beletten dat andere collega’s al te snel een graantje mee pikken uit die meevallers. En misschien krijg je dan straks in de economie tekstboeken nog een eervolle vermelding met een voetnoot “bedenker van de Zalm norm” toebedeeld, veel schiet je er niet mee op. Gewiekste praters zoals die Louk Hermans of die lieve oma Els Borst konden je destijds tot tranen toe bewegen, zodat je je toch steeds weer van je gulle kant wilde tonen. Neen, veel liever Minister van Financiën in slechte tijden, dan pas kun je echt hervormingen bij collega’s afdwingen. Voor eenvoudige economen die van de appel van de politiek nog niet hebben geproefd, is dit natuurlijk de omgekeerde wereld. In periodes dat het goed gaat zou bezuinigd dienen te worden; in periodes dat het slecht gaat, kan een overheid afstevenen op een tekort. Vanuit die optiek zou Zalm nu zelfs zijn tweede gele kaart moeten krijgen. De eerste in 2000 toen dankzij de paarse belastingshervormingen, en juist op het moment van de Nederlandse groeipiek, 9 miljoen gulden in de economie gepompt werd; de tweede nu, wanneer zwaar bezuinigd wordt op het moment dat de Nederlandse economie het binnen Europa zwaar te verduren krijgt en zelfs geconfronteerd wordt met een heuse krimp over het eerste half jaar.

De oorsprong van Zalm’s bezuinigingsdrift zit hem natuurlijk in de regels van het Europese stabiliteitspact die voorschrijven dat het begrotingstekort niet boven de 3% mag uitkomen. En waar, dixit De Hoop Scheffer, wij nu wel graag hebben dat de grote Europese landen het Europese buitenlandse beleid bepalen – het onze valt immers op geen enkele manier meer te verklaren – willen we kost wat kost wat overheidsfinanciering betreft het Europese toonbeeld zijn. Kortom Nederland niet langer als dominee maar als volleerde Europese koopman die op de euro en zijn centjes let. En als op 1 juli 2004 Balkenende het Europese voorzitterschap overneemt dan wil men uiteraard goede sier maken. Maar waarom, vraagt U zich misschien af, nu precies die Europese limiet van 3% van het begrotingstekort? Dat is een moeilijke vraag en wellicht dat weinigen het zich nog precies herinneren. De 3% regel was uiteraard één van de oorspronkelijke Maastricht criteria om te kunnen toetreden tot de euro. Het had wat van doen met het gemiddelde percentage van het Duitse begrotingstekort waarbij de Duitse overheidsschuld van 60% in de naoorlogse jaren aan de toen geldende rentevoeten min of meer in evenwicht bleef. Met de invoering van de euro werd het vrij klakkeloos overgenomen in het Europese groei- en stabiliteitspact. Maar in tegenstelling tot de Europese Centrale Bank die haar inflatie streefcijfer in de loop der tijd heeft aangepast richting 2%, zijn de Europese overheden, en zeker zolang het goed ging met groei en belastingsinkomsten, blijven vasthouden aan de 3% regel. Er onder blijven ging immers als vanzelf. Nu echter staat de 3% norm op springen. Binnen de EU zijn al langer gesprekken gaande over herzieningen aan het inflexibele en weinig groei bevorderende stabiliteitspact. Na Frankrijk en Duitsland lijkt nu ook Italië zich niet te zullen houden aan de 3% begrotingsregel. En Zalm kan dan wel, in tegenstelling tot de Hoop Scheffer, zijn Duitse, Franse en Italiaanse collega’s dreigen met de in het pact voorziene zware straffen, wat hij er vergeet bij te zeggen is dat deze straffen bij meerderheidsstemming opgelegd dienen te worden. En die meerderheid lijkt tegenwoordig richting aanpassing van het stabiliteitspact te gaan in plaats van naleving ervan. Ik ben geen jurist maar een klacht bij het Europese Hof tegen de Commissie lijkt mij dan ook kansloos.

Effectief is er dus geen echte reden om nu een pas op de plaats te maken. En nog minder om geen grote pas voorwaarts te maken en fors te investeren in al die structurele factoren zoals onderwijs, kennis, innovatie die de Nederlandse economie een sterke groei-impuls zouden kunnen geven. Hier geldt paradoxaal genoeg ook een 3% regel – het Barcelona streefcijfer om tegen 2010 3% van het BBP aan onderzoek en ontwikkelingsuitgaven uit te geven. En die uitgaven zullen straks zelfs wellicht niet langer meetellen in de vaststelling van het begrotingstekort. Kortom, Jan-Peter ik zou Zalm dan toch nog maar eens die speech van De Hoop Scheffer laten nalezen. Want anders dan de dominee, kent een goeie koopman veelal wel zijn plaats tussen de groten.

Luc Soete