Stemmen in België

Als het U nog niet zou zijn opgevallen, volgende week gaan onze zuiderburen na vier jaar paars groen naar de stembus. Niet dat ze dat zo graag doen, maar Belgen als één van de weinig overblijvende volkeren van deze planeet, moeten stemmen, op straffe van boete. En deze keer ook Belgen die in het buitenland wonen. Mijn zoon vroeg mij dus, als plichtsgetrouwe autochtone Belg die dan wel nooit in België heeft gewoond: “zeg Paps, voor wie moet ik volgende week stemmen?” Voor Belgen die in het buitenland wonen een heel complexe vraag, die vanuit praktisch oogpunt ook nog eens heel concreet afhangt van de vraag of de verkiezingsdocumenten op tijd worden ontvangen. Wij stemmen per post: dat leek mij goed voor de Belgische economie en nuttig voor de Belgische politiek. De verkiezingspapieren worden immers gesorteerd, verpakt inclusief het rode potlood, door een Antwerps bedrijf dat alles netjes per koerier verstuurt via nachtvluchten vanuit Zaventem. Goed voor de werkgelegenheid en zo horen ze ook in Brussel dat er Belgen in het buitenland wonen die nu ook moeten stemmen. Ik kan mij de nachtscène zo inbeelden: ligt Laurette, onze nieuwe mobiliteitsminister die vanuit Luik naar Brussel verhuisd was om de nachtvluchten boven Bierset niet meer te moeten aanhoren, in bed en zegt tegen Marc: “ah, 3 heures 19: ça c’est les Belges au Congo; 3 heures 33 ça c’est les Belges en Amérique, 3 heures 47 ça c’est les Belges au Tibet, …” en zo de hele nacht door. Maar wanneer ze hier in Maastricht zullen aankomen is niet bekend. De vliegtuigen die ik hier ‘s nachts hoor overvliegen, zijn voor Bierset en dat valt niet onder de federale Belgische bevoegdheid en zijn trouwens van TPG en dat is weer een Nederlands bedrijf.

“Ja, ja, allemaal goed” onderbrak mijn zoon, “stel dan, je bent after all econoom, dat we de papieren op tijd zouden ontvangen.” Ik begon dus maar met de stelling van de Belgische Gaia dierenvoorvechter Michel Vandenbossche: “als ik een kip was zou ik niet voor Agalev stemmen”. Agalev staat voor Anders Gaan Leven, de Belgische variant van Groen Links, en zoals ook hier in Nederland kan vastgesteld worden, als kippen anders gaan leven, gaat er van alles mis. België heeft iets met kippen en verkiezingen. Vorige keer, in 1999, was er de dioxine-crisis die Jean-Luc Dehaene zijn kop kostte. Niet verwonderlijk natuurlijk gezien de toenmalige premier’s achternaam. Tot dan toe was Jean-Luc de persoonlijke vereenzelviging van Belgische eendracht: een Vlaamse premier met als naam het symbool van Waalse fierheid: le coq wallon, maar dan in het Nederlands. De dioxine-crisis leidde tot een ware révolte onder de Belgische kippenliefhebbers, met name de Brusselse kiekenfretters die Ecolo, de Franstalige partner van Agalev, in 1999 dan ook aan een monsterzege hielp. Ik heb daar vier jaar geleden uitvoerig over geschreven. Of nu de kippenruiming als gevolg van de vogelpest eenzelfde verkiezingstrauma zal opleveren, valt echter te betwijfelen. Premier Verhofstadt is fysiek toch wel een heel ander figuur dan Dehaene. Hij kakelt natuurlijk ook heel veel -- het werd ooit zelfs Romano Prodi, de voorzitter van de Europese Commissie, tijdens het Belgische Europese voorzitterschap te veel -- maar dat doen zijn politieke tegenstanders tegenwoordig evenzeer. Terwijl het vroeger een ware gesel was voor een Nederlandse journalist een Vlaams politicus te moeten interviewen, moet dit tegenwoordig met de vinger op de knop gebeuren. Van traditionele bescheidenheid geen spoor meer, politici lullen er tegenwoordig in Vlaanderen evenveel op los als in Nederland. Maar terug naar de Belgische verkiezingen. Als buitenlandse Belg mag je stemmen waar je wil en dat, gecombineerd met de verschillende, mogelijke taalcombinaties levert pas echt interessante mogelijkheden op om je stem echt te laten horen: in Sint-Genesius Rode b.v. in het Frans stemmen geeft je nog gerede kans om echt voor wat politieke deining te zorgen met conflictbevoegdheden tussen gemeentelijke, provinciale en ministeriële autoriteiten. Opnieuw goed voor de werkgelegenheid, deze keer van ambtenaren. Anderzijds kun je ook gericht stemmen in bepaalde arrondissementen b.v. in Halle voor MARIA, neen niet voor de zwarte madonna in de Sint-Martinusbasiliek aldaar, maar voor Maria Vindevoghel, ex-Sabena werkneemster die de Movement for Action, Resistance and an Independent Alternative lijst aanvoert. Met wat bijkomende buitenlandse stemmen komt ze rechtstreeks in de kamer. Zo creëer je zelfs rechtstreeks werkgelegenheid.
“Schiet ik niet echt veel mee op” wierp mijn zoon tegen, “vertel me liever hoe ik in verhouding met Nederland zou stemmen”. Dat lijkt simpel maar is het allesbehalve. Nou, begon ik dan maar, in België heb je extreem ter rechterzijde het Vlaams Blok dat zich graag met de LPF vergelijkt, maar waarmee Fortuyn destijds vooral niet vergeleken wilde worden. De VLD die liberaler is dan de VVD, de CD&V die (nog) niet zo conservatief is als het CDA en de Sp.a die (nog) progressiever is dan de PvdA. Verhofstadt lijkt meer op Bos dan op Zalm, en Michel meer op Marijnissen dan op Van Aartsen. Maar, en verbluffend in termen van politieke stabiliteit, wat je ook stemt het doet er uiteindelijk niet toe. Nederlandse situaties kunnen zich in België niet voordoen. Hoe sterk de christen-democraten ook in Vlaanderen, zo zwak blijven ze in Wallonië; hoe zwak de socialisten in Vlaanderen, zo sterk in Wallonië. Het is het geheim van België’s politieke stabiliteit: uitglijders aan de ene kant worden altijd wel gecorrigeerd aan de andere. Trop is teveel maar trop peu is te weinig.

Luc Soete