Eigen criminelen eerst

Als ik Jaap Blokker zou zijn, zou ik me óók grote zorgen maken. Dat er tegenwoordig vooral allochtonen van Antilliaanse, Marokkaanse of Oost-Europese afkomst, winkelovervallen plegen zegt veel over mijn klandizie en de aanspreekbaarheid van mijn producten. De eigen, autochtone bevolking lijkt zelfs niet langer geïnteresseerd om nog maar iets van mijn klanten af te pakken of uit mijn winkelketen te willen ontvreemden. Maar tegenwoordig moet je natuurlijk wel oppassen met cijfers. Het zou natuurlijk ook kunnen dat Blokker's autochtone klanten slimmer zijn, nooit gepakt worden en zo ja zich er vlot uitlullen, terwijl de allochtonen waarover Blokker het heeft natuurlijk al van bij de start een grote achterstand hebben: het uiterlijk en de taalkennis om er mee weg te komen. "Een beetje dom" dus wel van die allochtonen. Slimmer zijn die criminele bendes die zich niet bezig houden met Blokker maar met b.v. de wekelijkse razia in Maastricht van motorfietsen van toeristen. Maar dat zijn dan wellicht weer buitenlandse bendes.

Er is, zo zou je kunnen stellen, een bijna natuurlijke neiging om de criminaliteitsproblemen, of het nu drugshandel, mensensmokkel of illegale immigratie betreft waarmee de toenemende welvaart in onze rijke landen gepaard gaat, elders te leggen: bij voorkeur in het buitenland. Dat geldt op onze kleine Limburgse schaal; dat geldt evenzeer nationaal of zelfs wereldwijd. Aan deze kant van de grens lijken Belgen nu éénmaal crimineler, rijden ze roekelozer en komen hier voor de drugs - waarvoor anders? En aan de andere kant van de grens lijken het dan weer vooral Nederlanders die autokraakbendes vormen en zorgen voor overlast - niet voor niets zit een record aantal Nederlanders tegenwoordig in buitenlandse gevangenissen. Je moet er de kranten aan beide zijden van de grens maar op nalezen voor een dagelijkse dosis xenofobie. En indien de politie aan beide kanten van de grens de cijfers beschikbaar zou stellen, zou het ongetwijfeld nog kloppen ook. Economen hebben hier een vrij eenvoudige verklaring voor. Belangrijkste reden is dat grenzen met hun verschillen in regelgeving uitnodigen tot arbitrage en tot de opkomst van "intermediairs" die hopen een graantje mee te pikken van de verschillen in prijs over de grens heen. Dat geldt voor bedrijventerreinen, huizen, inkomen uit arbeid maar ook voor drugsdealers, zwarte arbeid of prostitutie. De vervagende economische grenzen vergen vanuit dit perspectief toch wel veel van het normbesef van de locale ingezetenen aan beide kanten van de grens. Zo is de smokkel van goederen die in vorige eeuwen in grensstreken welig tierde nu, dankzij de Europese integratie, een bron van welvaart waar we met zijn allen toe uitgenodigd worden om er toch vooral aan deel te nemen. Niet echter in alles. Auto's en grote partijen alcohol en tabak bij voorbeeld niet. Je moet soms een fiscaal adviseur inhuren om precies te weten wat legaal en illegaal is. Voor de econoom is het onderscheid tussen legaal en illegaal uiteindelijk niet relevant: handelscriminaliteit wordt precies zoals legale handel gedreven door het feit dat vraag en aanbod ver uit elkaar liggen waardoor interessante winstmogelijkheden ontstaan. Illegaal betekent hoogstens dat een bijkomende kostenfactor toegevoegd moet worden: de kans dat je gepakt wordt. Zo lang er vraag is naar drugs, prostitutie en zwarte arbeid zullen er "handelaren" gevonden worden, van de bolletjesslikkers tot de mensensmokkelaars, die in het aanbod zullen voorzien.

Bestrijding van deze verschillende vormen van criminaliteit kenmerkt zich in de meeste landen door een bijna unilaterale focus op de aanbodskant: de drugsdealers, de ontmanteling van drugslaboratoria, het oppakken van illegale prostituees, illegale immigranten. Landen die het zich kunnen permitteren, zoals de VS, opereren internationaal en bijna autonoom in hun "war on drugs". De VS geven een fortuin uit aan de vernietiging van coca plantages. Zo werden vorig jaar meer dan 80.000 hectare in Colombia vernietigd. De vraag uit het rijke Westen blijft echter en stijgt zelfs met de groei in welvaart en inkomen. Het effect van de unilaterale focus op de aanbodskant in de strijd tegen drugs lijkt dan ook op het knijpen in een ballon: het wegduwen van lucht op één plek leidt tot het opbollen van lucht elders. Zo hebben nieuwe coca plantages zich in Colombia uiteindelijk sneller verspreid dan ze vernietigd konden worden; de ontmantelde Medillin- en Cali-cartels hebben zich vermenigvuldigd in honderden cartelitos. Elke vraag creëert zijn aanbod. In Nederland wordt de vraag naar drugs wellicht het meest gedoogd. In de Trompetter stond afgelopen week een advertentie van de UM op zoek naar proefpersonen geïnteresseerd in het afnemen van een rijtest. Neen, niet van Belgen maar van gezonde mannen en vrouwen die eerst wat ecstasy pillen moeten slikken. En er wordt nog voor betaald ook: 300 euro…

Wat illegalen betreft, geldt in wezen hetzelfde. In toenemende mate is het beleid gericht op het tegenhouden van de toestroom van clandestiene immigranten. De ideeën van het nieuwe kabinet om het beleid met betrekking tot asielzoekers verder te verscherpen met maatregelen en steun in de richting van het land van herkomst, zijn vanuit dit perspectief het evenbeeld van het hierboven geschetste drugsbeleid. Ook hier geldt dat onvoldoende rekening wordt gehouden met de vraagkant. Asielzoekers zijn in zekere zin het topje van de ijsberg van de totale toestroom van illegale immigranten. In hun zoektocht naar een beter bestaan, kiezen zij niet alleen voor het gemak van clandestiniteit of taal, zoals in het geval van Engeland, maar ook voor landen met krapte op de arbeidsmarkt. Niet voor niets blijkt nu dat bij heel wat uitzendbureaus in Nederland illegalen te werk gesteld staan en er een levendige handel in sofi-nummers op nagehouden wordt. Elk aanbod creëert zijn vraag.

Wat dit betreft, is het parallelle verloop tussen de groeidaling van de Nederlandse economie en de toestroom van asielzoekers en illegale immigranten uiteindelijk wel het meest opmerkelijke fenomeen van het afgelopen jaar. Misschien zou het Centraal Planbureau de cijfers over de instroom van asielzoekers kunnen gebruiken als nieuwe conjunctuurbarometer. En kan Blokker straks niet alleen klagen over allochtone criminelen in zijn winkelketen en ecstasy slikkende klanten maar ook over dalende omzet en winst.

Luc Soete