De Zalm weg

Na de Franse verkiezingen van afgelopen maand met het roemloze einde van de cohabitation, zeg maar de Franse versie van Paars, en de verwachting dat ook in Duitsland de sociaal democraten straks de macht zullen moeten overdragen aan de christen democraten, wordt duidelijk dat zowat overal in Europa de combinatie van liberalisme en sociaal democratie, het experiment van de zogenaamde “derde weg”, heeft afgedaan, althans bij de kiezer. Twee jaar geleden vloog ik met Kok en een handvol andere genodigden naar Berlijn voor een brainstormingsessie met alle, 17 waren het er toen nog, sociaal democratische regeringsleiders over die derde weg. Clinton vierde er het afscheid van zijn Europese geestesverwanten en ja, wij waren er als amuse gueule voor de intellectuele divertissement. Het zal de aandachtige lezer niet zijn ontgaan dat ik dit stukje schrijf met de 14 juillet en de Tour de France in het achterhoofd. Blair was de enige die ontbrak. Cherrie, neen niet chérie, was juist bevallen en het paste natuurlijk bij het imago van de derde weg dat Tony deze keer thuis op de baby paste. Schröder bood Clinton wat Cubaanse sigaren aan – Duitse humor – maar met Monica in het achterhoofd beviel dat toch niet zo. Clinton revancheerde zich door een uur langer dan gepland met Helmut Kohl te praten. Kortom een charmant politiek media spektakel waarin het politieke gelijk van de derde weg finaal bezegeld werd.

Zelf heb ik me altijd vrij kritisch uitgelaten over die derde weg, vooral over het gemak waarmee werd voorbij gegaan aan de ongelijkheid die gepaard gaat met de groeidynamiek van de nieuwe kenniseconomie: niet iedereen profiteert immers in dezelfde mate van de bijkomende welvaart. Ik citeer uit een bijdrage drie jaar geleden geschreven in tempore non suspecto – jaja, weet ik, is latijn, maar met Asterix en zo, moet kunnen – toen paars nog model stond voor die derde weg: “Juist door een aantal ontwikkelingen, zoals de snelle technologische ontwikkeling, dreigt zich de facto in snel tempo in onze maatschappij een zekere dualisering voor te doen: een steeds grotere groep van hooggeschoolde tweeverdieners die maximaal participeren in het formele arbeidscircuit....; en een groep van lokaal gebonden niet-actieven: jongeren, langdurig werklozen, gepensioneerden die zich in toenemende mate zowel uit het formele arbeids- als niet-arbeidscircuit gesloten voelen. Deze laatste groep ziet door de toenemende mediatisering van nieuwe goederen en diensten zijn aspiratiehorizon constant verruimen, terwijl tegelijkertijd de realisatiemogelijkheden steeds kleiner worden. De confrontatie tussen wens en verwezenlijking beïnvloedt niet alleen de zelfperceptie, ook de motivatie. Een individu dat zichzelf als minder geïntegreerd in de samenleving beschouwt, zal zich daarnaar uiteindelijk gaan gedragen. Het gevolg is een toenemende demotivering en sociale onthechting, en daardoor uiteindelijk een toenemende versplintering van de samenleving.” (DL, De andere weg, 8 april 2000) Zo is onder paars de sterke groei in welvaart en werkgelegenheid gepaard gegaan met een nóg sterkere toename in inkomensongelijkheid, nog eens verder versterkt door de belastinghervorming door het paarse duo par excellence Vermeend en Zalm.

Eenzelfde trend heeft zich ook op het internationale vlak voorgedaan. Ook hier was de sociaal democratie in niets minder liberaal dan zijn liberale evenknie: vrijhandel met zijn open toegang tot internationale markten was de snelste weg naar internationale groeiconvergentie. Dat we met zijn allen beter worden van vrijhandel daar twijfelt tegenwoordig niemand meer aan, maar dat vrijhandel ook een interne herverdeling inhoudt, met werknemers die hun job verliezen in sectoren die weggeconcurreerd worden door goedkopere invoer en werknemers die erop vooruitgaan, wordt opnieuw onvoldoende onderkend. Met andere woorden bovenop de toename in inkomensongelijkheid als gevolg van de interne groei en het paarse groeibevorderende belastingsbeleid, heeft ook de toename in globalisering bijgedragen aan de toename in inkomensongelijkheid.

Het antwoord dat zowel Bush, Chirac als Balkenende de kiezer nu wil bieden is zekerheid: het herijken van het begrip conservatisme met morele normen en nationale waarden als handvaten voor integratie en sociale cohesie. Dat wringt uiteraard met het liberale gedachtengoed van een Bolkestein, maar Zalm heeft tijdens de kabinetsonderhandelingen als het ware een eigen, financiële versie van nationale zekerheid ontwikkeld: de zekerheid van een zuinige overheid. Die was er voordien onder paars ook al maar wordt nu tot absolute norm verheven. Het nieuwe kabinet stelt zichzelf het realiseren van een begrotingsoverschot tot doel: fors meer uitgeven voor politie, zorg, lerarentekort of welke andere dringende roep om steun zit er tot nader order niet in. Binnen de eigen partij had demissionair onderwijsminister Hermans, met nog vers in het geheugen de catastrofale gevolgen van de door Zalm opgelegde bezuinigingsrondes onder paars I bij zijn voorganger en collega-minister Borst, de nieuwe strategie het snelst door en bedankte vriendelijk. Het zal Balkenende niet makkelijk vallen kandidaten te vinden. Zo begint het nieuwe kabinet Balkenende niet zozeer aan een eigen nieuwe, conservatieve weg maar aan de zuinige Zalm weg: de weg van de privaat-publieke renteniersmaatschappij: met zijn allen sparen we privé als geen ander volk ter wereld, en nu spaart de overheid ook nog eens voor ons. En zeg nu zelf, Hollandser kan bijna niet.

Luc Soete