Het Debat

Het had niets van doen met de gemeenteraadsverkiezingen en je moest er woensdagnacht lang voor opblijven, maar blijkbaar weet de NOS wanneer ze op een mediahype zit. Dus werd het eerste nationale lijsttrekkersdebat een debat in het holst van de nacht in Amersfoort. Vier of acht jaar geleden had de NOS er enkele verloren zappende kijkers aan over gehouden. Veel was er toen ook niet te beleven, tenzij voor kijkers geïnteresseerd in ouderenromans. Het was wel schrijnend om te zien hoe die innemende, wat oudere dame Els Borst – weet U nog van Hans van Mierlo’s gevleugelde aankondiging “het is een meisje” – zich gewillig omwille van het paarse erfgoed naar de slachtbank liet leiden door Kok en Bolkestein. Maar je had ook medelijden met Jaap de Hoop Scheffer, de boze wolf die Borst met haarspeld en al zou verslinden. Toen hij dan eindelijk zou toehappen, werd zijn hele voorstel met wat doorberekeningen van het Centraal Planbureau naar de prullenmand verwezen. Het lijken ver vervlogen tijden.

Woensdagavond kregen we eindelijk een écht mannendebat. Geen gezeur over groei, werkgelegenheid, koopkracht, internationale concurrentie, begrotingstekort, pensioengat, Europese uitbreiding, 11 september, Afghanistan, militaire uitgaven, Kyoto maar eindelijk eens een open, mediageniek debat tussen vijf jonge mannen die guitig of mokkig, vleiend of misprijzend met elkaar bezig waren – “ik heb je toch een brief gestuurd en je hebt nee gezegd” “Nietes, heb ik niet gezegd” – en een wijze grootvader die verweten werd dat hij op zijn leeftijd nog steeds geen boek had geschreven. Kortom, een echt star academy politiek spektakel met een NOS die kijkcijfers had geroken. En zeg nu zelf: het waren politieke emoties om van te smullen. Want Ad was toch wel héél nors tegen Pim, en Paul wel héél vriendelijk, en Tom toch wel heel gekwetst, en Balkenende, ja die spreekt men toch nog steeds aan met zijn achternaam want die is professor, en Hans leek dan toch wel die oudere wijze man die Paul Witteman op het einde van het debat nog even netjes in het zonnetje zette.

In de volgende aflevering mag Pim voorlezen uit zijn boek. Want het moet gezegd: wat de gemeenteraadsverkiezingen betreft kan Pim niet van kiezersbedrog beschuldigd worden: de kiezers hebben niet op hem gestemd omdat ze enige weet hadden van wat in het partijprogram staat. Dat staat pas in hét boek, dat donderdag 14 maart verschijnt. Inhoudelijk werd woensdagnacht slechts over twee dingen gepraat: de falende gezondheidszorg en de stelling dat Nederland vol is. Fortuyn wil geen nieuw geld naar falende overheidssectoren en geen nieuwe mensen naar Nederland. Wat het eerste betreft is het altijd goed om te wijzen op het forse bedrag dat nu dankzij paars al gaat naar de gezondheidssector, dat deed Borst tot voor kort ook altijd. Waarom dat tot op heden weinig effect heeft gehad op de wachtlijsten is echter een heel ander verhaal. Vraag het maar aan Oudkerk. Het is dus wachten op het hoofdstuk in Fortuyn’s boek. Maar de stelling dat je zonder bijkomende middelen de vele problemen van een, onafhankelijk van inkomen, toegankelijk zorgsysteem zou kunnen oplossen is “te gek voor woorden”. Alleen al omwille van de vergrijzing zullen de uitgaven voor gezondheidszorg in de komende decennia jaarlijks met enkele miljarden moeten toenemen tenzij men de pil van Drion gratis aanbiedt. Over de stelling dat Nederland vol zou zijn , heb ik hier al enkele jaren geleden, toen Helène Dupuis dit argument de wereld instuurde, gewezen op de eenzijdigheid van zo’n visie zoals blijkt uit de vergelijking met “dweilen met de kraan open”. Fortuyn veronderstelt dat op een met tegels belegde grond moet gedweild worden, de realiteit is dat “gedweild” moet worden op een steeds verder uitdrogende grond waarbij het water in recordtempo in de grond gezogen wordt. Gelukkig dat er nog een kraan is met buitenlands water anders was onze groei bij gebrek aan personeel al lang verdord. Want wie zorgt straks in al die zo efficiënte ziekenhuizen voor ons? De wachtlijsten, voor zover ze dat nu niet al zijn, zouden wel eens het resultaat kunnen zijn van een te restrictief immigratiebeleid. En wie houdt straks het kennisniveau van onze economie op peil? Weet U hoeveel eerstejaarsstudenten zich deze maand in Nederland hebben aangemeld voor wiskunde? Dertig. De uitdaging voor Nederland is dan ook de omgekeerde van Fortuyn’s stelling: hoe de groeiende allochtone bevolking integreren in de kenniseconomie. Het kan dan misschien “druk” lijken in Bloemhof in Rotterdam, de universiteitsbanken zijn in Nederland leeg. In tegenstelling tot Engeland, Frankrijk of zelfs België en Duitsland kom je hier amper een allochtoon tegen.

Tenslotte nog dit: voor de nieuwsmedia lijken de Tweede Kamer verkiezingen een topper te worden: eindelijk een politiek schouwspel waarmee kijkers getrokken kunnen worden. Het mediaprobleem van de Nederlandse politiek is in zekere zin altijd het paarse consensusmodel geweest. De TV leeft van tegenstellingen, van extreme posities, van ongenuanceerdheid. Met paars, zeker na acht jaar, valt er weinig eer noch kijkers te halen. Over het maaiveld valt er nog weinig interessants te rapporteren. Het zijn noch Kok noch Bolkestein die Fortuyn hebben gebaard maar de media. Voor Pim Fortuyn is het te hopen dat het maaimes niet al te snel langs komt. Alhoewel, als het allemaal straks niks wordt, hij zal er toch aardig wat publiciteit aan overgehouden hebben. Goed voor Elsevier en goed voor Pim’s fortuin.

Luc Soete

Luc Soete is gewoon hoogleraar internationale economie aan de Universiteit Maastricht