Rijk en Arm

Misschien ligt U al ergens aan het water te genieten van een welverdiende vakantie na de zware emoties van het Europese voetbalkampioenschap. Of misschien bouwt U nieuwe weerstand op door als een gek te sporten om de komende emoties van de Olympische Spelen straks beter te kunnen doorstaan. Het is komkommertijd en het is gebruikelijk de lezer dan te vergasten op eerder lichtzinnige krantenstukken. Ik vind dit discriminatie van de ergste soort. Een belediging voor al die anderen die geen tijd hebben voor vakantie, die verder moeten of willen zwoegen in de heetste maanden van het jaar wanneer files als sneeuw voor de zon verdwenen zijn en rust heerst in de stad. Wanneer er eindelijk tijd is om de krant wat grondiger te lezen. Speciaal voor hen dan ook wat zwaarwichtigere economische overpeinzingen.

Het gaat, zo meldt ons het Centraal Planbureau, bekeerd tot de vernieuwende economie, steeds beter met de Nederlandse economie. Zelfs als na vandaag 50% van alle Nederlanders vertrokken zijn met hun caravan naar zonniger oorden, dan nog groeit de Nederlandse economie als kool. Het is alsof kaboutertjes aan het werk zijn. En met elke opwaartse herziening van economische groei stijgt ook het begrotingsoverschot. Rijk worden door niets te doen, we hebben tegenwoordig een renteniersoverheid. Niet alleen bij ons, maar in een groeiend aantal van de meest welvarende landen. Zo werd vorige week bekend dat het Amerikaanse begrotingsoverschot de komende tien jaar dubbel zo groot zal zijn als amper vier maanden geleden verwacht. President Clinton kan bij zijn afscheid uit de politiek de Amerikaanse burger het vooruitzicht bieden dat zo rond 2012 de nationale overheidsschuld volledig zal zijn afgelost. Ook bij ons is nu het grootste discussiepunt voor Haagse politici wat te doen met het groeiende begrotingsoverschot. Het geld terugpompen in de economie, of het nu in de vorm is van investeringen in de talrijke onbevredigde behoeften in de zorg, in onderwijs, in infrastructuur, of in de vorm van lagere belastingen of sociale lasten riskeert in een periode van hoge economische groei en lage werkloosheid de economie eerder te oververhitten dan echt zoden aan de dijk te zetten. Het sneller aflossen van een staatsschuld die hoe dan ook nu al in versneld tempo daalt, levert uiteindelijk weinig concreet voordeel op. Eerder iets om te doen bij gebrek aan beter.

Wat te doen met toenemende begrotingsoverschotten in onze rijke, welvarende, snel groeiende landen?Eénmaal men wat verder kijkt dan de grenzen van onze rijke landen is dit een wereldvreemde vraag. En het is nog wereldvreemder dat zo weinig politici hier, of elders, het idee alleen maar opperen van een nieuwe "globale" aanpak van armoede en onderontwikkeling. Dat het beste dat onze rijke renteniersoverheden met hun overschotten kunnen doen is ze te investeren daar waar er internationaal de grootste behoefte aan is: niet louter door kwijtschelding van schulden aan de armste landen, maar door een massale, internationale investering in de basisbehoeften in die landen. Het afgelopen decennium, gekenmerkt door snelle groei in onze rijke landen, is het aantal armen, wereldwijd, verder gestegen. In de meeste Afrikaanse landen heeft men vandaag zelfs niet langer de middelen om essentiële vaccins aan te schaffen voor eenvoudig te voorkomen ziektes, waarvan sommige met dodelijke afloop. Deze investeringen zijn op lange termijn in ons eigen belang. Wanneer straks onze nationale schuld volledig zal zijn afgelost, zullen we immers voor onze pensioenen in belangrijke mate moeten rekenen op die landen: op de massale vraag naar geld en kapitaal om de gigantische behoeften in die landen te bevredigen door er te investeren, er naar uit te voeren en uit in te voeren; overheden aldaar geld te lenen zodat zij eindelijk kunnen investeren in de vele essentiële voorzieningen in gezondheid, onderwijs en infrastructuur.

Het is in zekere zin de ultieme paradox van onze huidige "democratische" welvaartsstaten dat het uiteindelijk mensen zijn zoals Bill Gates die meer bewust zijn van de essentiële behoefte tot globale ontwikkeling. In tegenstelling tot de Amerikaanse overheid steekt Gates bv. wel enkele miljarden in ontbrekende basisgezondheidsvoorzieningen in Afrika. Misschien dat het dan ook beter ware als het Amerikaanse Ministerie van Justitie achter het net vist in zijn strijd tegen Microsoft. Wat mij betreft, worden de monopoliewinsten van Microsoft beter herverdeeld naar de armste landen dan naar toch vooral welvarende windows-gebruikers in Amerika of bij ons. De talrijke stichtingen die hun kapitaalfondsen veelal vergaard hebben met monopoliewinsten, of zij nu Rockefeller, Ford of Gates heten, lijken tegenwoordig de morele uitlaatklep geworden te zijn voor het gebrek aan werelddemocratie die onze huidige wereldorde zo kenmerkt. Wordt het niet tijd nu het zo goed gaat met onze economie en de guldens de overheidskas binnenstromen, dat Nederland zijn vergeten, internationale, morele gidsrol terug opneemt? Een nationaal begrotingsoverschot heeft uiteindelijk geen globaal geweten.

Luc Soete