Het CBS naar Heerlen

Als een dramatische ontkrachting van de stelling van de Limburgse Werkgeversvereniging (LWV) dat Limburg vol is en met de werving van bedrijven beter gestopt kan worden, werd donderdag het kabinetsbesluit de vestiging van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Heerlen om te vormen tot een klein filiaal (de divisie "gegevensverzameling") aangekondigd. De reorganisatie van het grootste deel van de activiteiten van het CBS naar de vestiging bij Den Haag in Voorburg kost dan wel 121 miljoen gulden, het levert de overheid een jaarlijkse besparing op van 33 miljoen. Men zou zich bijna afvragen of Minister Jorritsma de argumenten van het LWV over het nijpend ruimtegebrek en de krappe arbeidsmarkt in Zuid Limburg maar onmiddellijk politiek aangegrepen heeft om deze politieke beslissing er door te drukken. Economisch gezien echter slaat de beslissing van de Minister van Economische Zaken nergens op. Enkele argumenten op een rij.

1. Het is duidelijk dat het werk van een overheidsinstelling zoals het CBS georganiseerd over twee aparte locaties, veel bijkomende kosten met zich meebrengt. Ik ken de interne keuken van het CBS niet, maar het op en neer rijden van medewerkers alleen vertegenwoordigt wellicht een jaarlijkse kostenpost van enkele tonnen. Wil men echter, daadwerkelijk kosten besparen dankzij de schaalvoordelen van één lokatie dan heeft het natuurlijk ook geen zin (nog) een apart filiaal te houden in Heerlen. Het voorstel om dit toch te doen snijdt dan ook organisatorisch en economisch geen hout. De toezegging van de Minister dat dit filiaal in elk geval ook in de toekomst voor Heerlen behouden zal blijven, komt in het beste geval overeen met een afkoopsom: niet efficiënt en op termijn gedoemd te verdwijnen.

2. Zuid-Limburg kan dan wel in toenemende mate geconfronteerd worden met ruimtegebrek, het zal duidelijk zijn dat juist overheidsinstellingen zoals het CBS niet bepaald een grote ruimteclaim leggen. De ruimtedruk in Heerlen ligt in elk geval veel lager dan in de Randstad. Als alle indirecte kosten van congestie en milieu meegerekend worden, ben ik er zeker van dat een veel grotere jaarlijkse besparing gerealiseerd zou kunnen worden met het overbrengen van de Voorburgse vestiging naar Heerlen, eerder dan omgekeerd. Ook de vereiste uitbreiding om de Voorburgse medewerkers in Heerlen onder te brengen, zou goedkoper uitvallen dan omgekeerd, ondanks het hogere aantal medewerkers in Voorburg. De argumenten dat het CBS gebouw in Voorburg op dit moment onderbezet is of dat het dure kaderpersoneel nu Voorburg als standplaats heeft, zijn slechts korte termijn argumenten en vanuit het perspectief van het realiseren van lange termijn jaarlijkse besparingen irrelevant.

3. Het tekort aan arbeidskrachten en hooggeschoolde statistici in het bijzonder geldt uiteraard niet enkel voor Zuid-Limburg maar nog meer voor de Randstad. De kloof tussen wat de private en de publieke sector bereid is te betalen voor een goed opgeleide statisticus ligt dan ook hoger in de Randstad dan in Zuid-Limburg. Daarom ook zullen de afvloeiregelingen in Heerlen duurder zijn en vanuit sociaal perspectief zo veel pijnlijker: oudere werknemers zullen het moeilijker hebben een nieuwe baan te vinden.

4. Dat de belangrijkste klanten van het CBS: het Centraal Planbureau, Ministeries, het Binnenhof, universiteiten, adviesbureaus, bedrijven in de Randstad zitten en daarom gemakkelijker toegang moeten hebben tot de lokale CBS vestiging is politiek bedrijven met economische drogredenen. Of denkt de minister nu echt dat in de huidige informatiemaatschappij, beleidsambtenaren en onderzoekers, gegevens ter plekke bij het CBS kopiëren en de cijfertjes éénmaal op kantoor weer allemaal op de computer in typen om er grafiekjes van te maken? Ondanks de enorme toename in gebruik aan CBS informatie in de media, beleids- en onderzoekrapporten is het aantal fysieke klantbezoekers aan het CBS over de laatste jaren afgenomen. Ik schat dat binnen enkele jaren het fysieke bezoek aan het CBS van gebruikers van statistieken tot het industriële verleden van de 20ste eeuw zal behoren.

5. Waar het CBS mogelijk gefaald heeft, niet omwille van eigen visie of onkunde maar omwille van gebrekkige politieke steun, is met betrekking tot de veranderende rol van een nationale statistische overheidsinstelling in de Europese monetaire en economische unie. Nationale statistieken worden vanuit dit perspectief regionale statistieken: in sommige gevallen zoals in- en uitvoer naar andere Europese lidstaten houdt dit een vermindering in van activiteiten; uitvoergegevens van de uitvoerende onderneming zullen nu volstaan. In andere gevallen zal echter bijkomend werk vereist zijn omwille van EU harmonisatie-eisen of behoefte ontstaan aan bijkomende gegevens. Vanuit Europees perspectief had het CBS zich meer als onderdeel van een Europese instelling moeten ontwikkelen met een aantal specifieke Europese taken dan als louter Nederlandse overheidsinstelling die nu meer dan 70% van zijn gegevens verzameld in opdracht van de EU. En terloops de statistische eenheid van de EU is niet in Brussel gevestigd dicht bij EU beleidsambtenaren, commissieleden of parlement maar in Luxemburg.

De argumenten zullen duidelijk zijn: er is geen echt goede economische reden om de Heerlense CBS vestiging over te brengen naar Voorburg, op termijn eerder omgekeerd. Zou juist Economische Zaken zich niet wat meer door economische argumenten dienen te laten leiden?

Luc Soete