Van UMTS tot KPNS

Eerder verschenen in Intermediair, 28 juni 2001.

In een vorige bijdrage had ik het over de behoefte aan ideeën, hoe gek ook, om toch iets uit de nieuwe, derde generatie mobiele communicatie te halen en met name de geldverslindende UMTS-rechten. Tijd voor een wat uitvoerigere beschouwing. Ik beperk mij hier tot consumententoepassingen, dus wat U en ik eraan zouden kunnen hebben. Het centrale probleem van derde generatie mobiele communicatie is de interne tegenstelling tussen de notie van mobiliteit enerzijds, en het bredere pallet aan communicatiefuncties zoals die straks door UMTS mogelijk worden. Denk met name aan mobiele beeld- en videocommunicatie. Mobiliteit vereist in de meest gevallen hand- en oogcoördinatie. Communiceren terwijl men door de stad wandelt, fietst of de auto bestuurt kan, zolang het beperkt blijft tot spraakcommunicatie. Maar zoals straks ook de automobilist niet langer mobiel mag bellen, leidt deze eenvoudige vorm van mondelinge communicatie de aandacht teveel af en is daarom onveilig. De wegcomputers die nu hun snelle opmars in auto's zijn begonnen, vereisen wel oogcommunicatie maar worden ondersteund door spraaktechnologie en hebben rechtstreeks betrekking op het rijden. Zij leiden dan ook minder af en maken het verkeer eerder veiliger omdat de weggebruiker gemakkelijker zijn route vindt. Voor meer uitgebreide vormen van mobiele beeldcommunicatie lijkt de automobiel of de fiets niet de geschikte plek. Waar dan wel?
Bijna automatisch dient het spoor en de trein als ideale proeftuin voor derde generatie mobiele communicatie en met name UMTS zich aan. Mensen in de trein zijn mobiel maar hebben alle vrijheden en mogelijkheden tot communiceren. Het spoor en de treinconducteur brengt hen naar hun bestemming. De meeste reizigers brengen hun reistijd slapend, de krant lezend, het raam uitstarend, of documenten doornemend door. De afgelopen jaren is daar het mobiel bellen fo het werken op de laptop bijgekomen. Afgezien van deze laatste tijdsbesteding wordt de tijd die mensen doorbrengen in de trein nog maar amper "vermarkt". Zelfs krantennieuws wordt tegenwoordig gratis aangeboden. Nochtans is de "vrije" tijd, in de zin van tijd waarbinnen reizigers vrij zijn om te kunnen communiceren, juist het voordeel van gemeenschappelijk vervoerd worden t.o.v. het zichzelf vervoeren. De trein als de mobiele werk-, communicatie- of entertainmentplek van de toekomst. Met UMTS zou die tijd dankzij het bredere pakket aan communicatiefuncties beter te gelde kunnen gemaakt worden en wellicht ook beantwoorden aan een mobiele consumptiebehoefte. Daartoe zou UMTS zelf niet noodzakelijk landelijk, maar beperkt kunnen uitgebouwd worden langs spoorlijnen.
Het derde generatie mobiele communicatienetwerk is vanuit dit perspectief niet echt complementair met hét persoonlijke vervoersnetwerk van de vorige eeuw, de auto, maar met het gemeenschappelijke vervoersnetwerk van twee eeuwen geleden: de trein. Tijd voor KPN om eens met de NS aan tafel te zitten, vooraleer de concurrenten elders op het idee komen.

Luc Soete