Ontvolking

Eerder verschenen in Intermediair, 31 mei 2001.

In 2150, wanneer niemand die dit nu leest nog leeft, zullen er, zo vertellen ons demografen, nog 150 miljoen Europeanen leven. Onder dezelfde veronderstellingen van lage vruchtbaarheid en geen bijkomende immigratie reken ik U voor dat er in 2795 nog 8 Italianen, 57 Duitsers en 10 Spanjaarden overblijven. Er is dus nog hoop voor het Nederlandse voetbal… Met weemoed denkt men straks terug aan de goeie ouwe tijd toen Nederland vol was. In de rubriek "remember the congestion years" wordt de dagelijkse lijst van files anno 2001 opgesomd. Want men praat uiteraard alleen maar Euro-Engels meer, het Nederlands stierf uit in 2343, toen het laatste lesuur verplicht Nederlands op school afgeschaft werd. Het is natuurlijk onzin. Bevolkingsprognoses kunnen niet tot ver in de toekomst doorgetrokken worden. Niettemin geven de hypothetische cijfers goed weer hoe Europa sinds geruime tijd kampt met een opmerkelijk lage, autochtone bevolkingsgroei die onvoldoende is om de Europese bevolking op termijn op peil te houden.

De invloed van bevolkingsdynamiek op de economische groei van een land wordt nog steeds onvoldoende erkend. In ontwikkelingslanden die hun bevolkingsgroei snel onder controle kregen zoals Korea en China, konden de voordelen van een lagere bevolkingsgroei zich na verloop van tijd rechtstreeks vertalen in het ter beschikking hebben van een hoger inkomen per capita. Er is echter niet alleen meer inkomen per kind beschikbaar maar ook meer tijd om zich met de opvoeding van elk kind bezig te houden. De daling in aantal kinderen per gezin leidt dus niet alleen tot een sterke stijging in het BBP per capita omdat het aantal inactieven daalt, maar ook omdat het opleidingsniveau, en meer algemeen het menselijk kapitaal, dankzij betere familiale zorg en begeleiding stijgt. Het omgekeerde doet zich voor in landen geconfronteerd met vergrijzing. De ouderenlast komt te liggen op de schouders van een steeds kleinere actieve bevolkingsgroep die niet de tijd heeft zich met zijn ouderen bezig te houden. Niet voor niets wordt hier het debat over euthanasie gevoerd. De productie per actieve zal ongetwijfeld verder stijgen, het BBP per capita zal echter eerder dalen. Maar ook vanuit het perspectief van menselijk kapitaal, van het zich aanpassen aan nieuwe technologische omstandigheden, van het nemen van nieuwe ondernemingsrisico's, zal zich een kentering voordoen. Het valt dan ook op dat het juist landen zijn met de grootste groep jongeren in hun bevolkingspiramide, of het nu als gevolg is van de eigen bevolkingsdynamiek of door actief immigratiebeleid, zoals Ierland of de Verenigde Staten, die het afgelopen decennium de grootste "nieuwe economie" groeidynamiek hebben gekend en de meest vergrijzende landen zoals Japan en Duitsland, de minste. Succes in de nieuwe economie lijkt onmiskenbaar verbonden met bevolkingsdynamiek. Dringend tijd voor een herbezinning over migratie.

Luc Soete