De virtuele universiteit

Eerder verschenen in Intermediair nr. 15, 19 april 2001.

Met de aankondiging dat het alle cursussen vanaf volgend jaar op Internet gratis aanbiedt, ongeveer op hetzelfde moment waarop de Minister van OC&W zijn goedkeuring gaf aan het consortium-voorstel tot vorming van een Digitale Universiteit in Nederland, heeft MIT ongetwijfeld de knuppel in het hoenderhok van de vele nationale plannen tot vorming van virtuele universiteiten gegooid. Na jaren van overleg en gezeur, demonstratieprojecten en wereldwijd slechts een handjevol succesvolle Internetopleidingen, lijkt de internationale strijd om studenten zich eindelijk richting Internet te begeven. De meeste universiteiten en hogescholen hebben tegenwoordig vrij informatieve websites die geïnteresseerde studenten op overzichtelijke wijze wegwijs maken in het enorme aanbod van opleidingen, de instroomvereisten, de curriculumstructuur en praktische informatie. Ik schat dat dit jaar op zowat alle open dagen van hogere onderwijsinstellingen minder studenten zijn afgekomen dan vorige jaren. Ook voor studenten zijn de tijdkosten van het fysiek bezoeken van instellingen die reeds alle relevante studie-informatie bloot hebben gegeven op Internet, hoog. Zodra men echter actuele informatie wil over de inhoud van blokken en cursussen valt er bij de meeste universiteiten in Nederland nog weinig te rapen. Betalende studenten kunnen sinds jaren modules aanschaffen bij de Open Universiteit die nu samen met drie andere universiteiten en vijf hogescholen een consortium heeft gevormd ter digitalisering van het hoger onderwijsaanbod. Het consortium dat op het nippertje het toepasselijke acronym DUN (Digitale Universiteit Nederland) heeft kunnen vermijden, lijkt althans wat het startdocument betreft, zich voornamelijk te specialiseren in bureaucratische onderwijsdigitalisering. Zo kan men lezen in het businessplan: "De elektronische leeromgeving levert de tools voor de ontwikkeling tot direct exploiteerbaar onderwijs. Het gaat met name om 'webbased' en docentonafhankelijke (op zelfstudie gerichte) leermaterialen." De eerste online digitale cursus is ongetwijfeld de cursus ter verklaring van de virtuele onderwijs speak die zich van de digitale onderwijswereld lijkt meester te maken.
Vanuit commercieel standpunt valt echter te vrezen dat het Nederlands hoger onderwijs dezelfde ervaring als de vele dot.coms vorig jaar nu eerst moet opdoen, namelijk dat ook met digitale onderwijsgoederen en -diensten op Internet niets te verdienen valt. Effectief is dat wat het MIT initiatief verklaart. Als topuniversiteit in de Verenigde Staten, wil MIT in de eerste plaats zijn goodwill en naamsbekendheid verder internationaal uitbouwen. Het electronisch gratis aanbieden van MIT onderwijsmateriaal kan dan wel ingegeven zijn door "bezorgdheid voor de groeiende privatisering van kennis" zoals Steven Lerman, de initatiefnemer van MIT's OpenCourseWare het stelt, de echte reden is dat gebruikers ook in het onderwijs van onschatbare waarde zijn in het continu upgraden en verbeteren van electronisch leermateriaal. En uiteraard gelden hier ook voor MIT, de netwerkvoordelen van Internet. Electronische opleidingen zouden immers een goede basis kunnen vormen voor selectie van studenten die straks dan wel fysiek op MIT mogen komen studeren. Kortom, de Nederlandse universitaire wereld, digitaal consortium of niet, leeft nog steeds in zijn Nederlandse cocoon, nu en dan gestoord door visitaties, HOOP, en het recente debat rond de Europese bachelors/masters structuur. Echte digitale onderwijsvernieuwing lijkt slechts uit het buitenland te kunnen komen.

Luc Soete